Het droge voorjaar van dit jaar maakt het maar weer eens duidelijk: droogte in Nederland is reëel. De impact van de langdurige droogte in 2018 op de waterkwaliteit in landbouwgebieden is nu onderzocht.
In 2018 was het maar liefst negen maanden droog in Nederland. In de jaren daarna stegen de nitraatconcentraties in het grond- en oppervlaktewater rond landbouwbedrijven, terwijl daarvoor de nitraatconcentraties jarenlang stabiel waren. Dat blijkt uit een onderzoek door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Het onderzoek van het RIVM laat zien dat droogte voor allerlei problemen zorgt. Daarom is het beter om in te zetten op structurele oplossingen in plaats van de ad-hoc oplossingen die waterbeheerders nu vaak inzetten. Daar pleit een breed consortium van kennisinstituten voor.
Droogte en nitraat, hoe zit dat?
Na een daling van het grondwater door droogte blijft er meer nitraat in de bodem achter, omdat bacteriën in een droge bodem nitraat minder goed afbreken. In 2018 daalde de grondwaterstand onder landbouwbedrijven meer dan een meter. Naast de lage grondwaterstand is er in een droge periode ook minder opname van stikstof door planten.
De hoeveelheid nitraat in de bodem na droogte verschilt per regio. De lengte en intensiteit van de droge periode verschilt per regio en ook de grondsoort bepaalt de mate van ophoping in de bodem.
Na een droge periode spoelt het opgehoopte nitraat door regen alsnog naar het grond- of oppervlaktewater weg. Door de nitraatophoping in de bodem, neem dan de nitraatconcentratie in het uitspoelingswater toe.
Hoge nitraatconcentraties in water
De nitraatconcentraties in grond- en oppervlaktewater bij landbouwbedrijven namen fors toe na de droogte in 2018, blijkt uit onderzoek. Dat geldt voor alle regio’s in Nederland, in de ene regio meer dan de andere regio. Zo is de toename op de Zuidelijke zandgronden 17 procent in vergelijking met voor de start van de droge periode. In het Westelijk veenweidegebied is de toename het hoogst: 1722 procent ten opzichte van voor de droge periode. In de meeste gebieden is een herstelperiode van drie of vier jaar nodig geweest voordat de nitraatconcentraties in grond- en oppervlaktewater weer op het oude peil waren.
Met bioreactor schoner water
Er zijn praktische oplossingen mogelijk om de hoeveelheid stikstof in ons oppervlaktewater te verminderen. Zo is in het Brabantse Westerbeek getest of een bioreactor met houtsnippers nitraat uit het drainagewater van een landbouwperceel kan verwijderen. Het drainagewater gaat door de bioreactor waar de houtsnippers bacteriën stimuleren om nitraat om te zetten in stikstofgas. Deze bacteriën zijn van nature in de bodem aanwezig.
In Denemarken en de Verenigde Staten zijn soortgelijke proeven met bioreactor met houtsnippers gedaan. Met goede resultaten: het uitspoelende water bevatte 20 tot 40 procent minder stikstof.
“De houtsnipperreactor is simpel en relatief goedkoop en tegelijkertijd heel effectief. Je kunt een groot effect bereiken op de waterkwaliteit en hoeft tegelijkertijd de landbouw niet enorm te beperken”, zegt microbioloog Stefan Jansen van Deltares, één van de betrokken organisaties.
Structurele maatregelen nodig bij droogte
De gevolgen van droogte zijn zeer divers. Naast ophoping van nitraat biedt een brochure een helder overzicht van andere gevolgen. De brochure hoort bij een onderzoek dat de gevolgen van de langdurige droogte van 2018 en 2019 voor de Nederlandse zandgebieden in beeld brengt. Ook is vooruit gekeken, om beter voorbereid te zijn op droogte.
Nu grijpen waterbeheerders vaak naar ad-hoc oplossingen in tijden van droogte, zoals een beregeningsverbod of een oproep aan burgers om zuinig te zijn met water. Maar dat is voor de lange termijn niet voldoende. Daarvoor zijn zes structurele maatregelen nodig:
- Ontwater beperken en dus water vasthouden.
- Minder grondwater onttrekken.
- Meer grondwater aanvullen.
- Platteland herinrichten; niet alles kan op elke locatie.
- Transitites in water en landbouw combineren.
- Duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden met daarboven een regisseur met gezag.
Dit vraagt om een Delta-aanpak waarin ministeries, provincies en waterschappen nauw samenwerken.
Bron: Groen Kennisnet