De methaan- en CO2-uitstoot uit de veehouderij is niet de oorzaak van de klimaatopwarming, maar vermindering van die methaanuitstoot is wel een deel van de oplossing. Vermindering van deze gassen kunnen bewerkstelligd worden door een andere bedrijfsvoering in de grondgebonden veehouderij met meer permanent grasland en door technische maatregelen.
De landbouw is verantwoordelijk voor circa 25% van de uitgestoten broeikasgassen, waarvan zo'n 14,5% uit de veehouderij. De herkomst van methaanuitstoot is voor 30% het gevolg van pensfermentatie door rundvee. Daarnaast komt een groot deel van de methaan vrij bij brandstofproductie, bij de teelt van rijst en uit vuilnisbelten.
Methaanuitstoot
Methaan is wel een sterk broeikasgas – en dus schadelijker dan CO2 – maar wordt ook snel afgebroken. Lachgas en CO2 blijven heel lang in de de atmosfeer: honderden tot duizenden jaren terwijl methaan een levenscyclus van twaalf jaar heeft. Een melkveehouder die al heel lang honderd koeien houdt, heeft dus alleen de eerste twaalf jaren bijgedragen aan de klimaatopwarming.
Omdat wereldwijd het aantal runderen toeneemd, vooral in ontwikkelingslanden, neemt de methaanuitstoot toe. India heeft bijvoorbeeld drie keer zoveel koeien als de Verenigde Staten, maar de productie in India is niet efficiënt. Voor de hoeveelheid melk van een Amerikaanse koe zijn vijftien tot twintig Indiase koeien nodig. Per kilo melk is in India de methaanuitstoot hoog. In Nederland kom je met de huidige manier van melk produceren uit op een veel lage methaanuitstoot per kilo melk of vlees. Maar voor de productie is import nodig van plantaardig eiwit. Dit leidt op systeemniveau niet tot een lage broeikasgasuitstoot per kilo voedseleiwit., aldus Frits van der Schans van Centrum Landbouw en Milieu (CLM).
Klimaatvriendelijke melkveehouderij
Een klimaatvriendelijke melkveehouderij produceert zo veel mogelijk melk van vers gras – dan komt er minder methaan vrij dan van graskuil – en beperkt het scheuren van het grasland, zegt Van der Schans. De bodem is voor veehouders een belangrijke troefkaart, aldus Van der Schans. Met grasland bouw je organische stof op in de bodem. Zo leg je CO2 vast. Daarom is blijvend grasland van belang in een klimaatvriendelijke landbouw. En een koe vervult daarin een belangrijke rol. Het voor mensen onverteerbaar gras is waardevolle voeding voor de koe.
Een beter klimaat begint dus niet met minder koeien, maar met het verminderen van het gebruik van fossiele brandstof en daaraan gekoppeld de CO2-uitstoot. Het gaat om het realiseren van balans tussen dieren en grond op regionale schaal. Dit vraagt om overeenstemming met onze buurlanden, zo legt hij uit. Van Der Schans denkt dat dit zinvoller is dan het treffen van technische maatregelen om de uitstoot per koe te reduceren.
Fokwaarden
Maar organisaties als CRV, Agrifirm en FrieslandCampina zien wel perspectief in technische maatregelen. Zo is er veel onderzoek gedaan naar de erfelijkheid van methaanuitstoot. Je kunt fokken op een lagere emissie van methaan. CRV introduceert dit jaar een fokwaarde voor methaanuitstoot. De verwachting is dat een daling van 1% methaanuitstoot per jaar haalbaar is. CRV gaat samen met Wageningen Livestock Research, Agrifirm en FrieslandCampina een dataset opbouwen van de methaanuitstoot van individuele koeien op honderd melkveebedrijven.
Methaan is niet de oorzaak van de klimaatopwarming, zo besluit het vakblad, maar de vermindering van de methaanuitstoot is wel onderdeel van de oplossing. Rundvee produceert methaan en de reductie daarvan is een van de manieren om de hoeveelheid broeikasgas in de atmosfeer omlaag te brengen. Doordat methaan in een kringloop snel afbreekt, zie je bij reductie van de methaanuitstoot ook snel effect.
Bron: Groen Kennisnet