In Nederland wordt jaarlijks zo’n 5,4 miljoen ton bijproducten van de voedselproductie verkocht richting de veehouderij en gebruikt in rantsoenen”, vertelt Ruud. “Deze reststromen omvatten tarweproducten uit de bio-ethanolproductie, gekookte aardappelschillen, vloeibaar zetmeel, oud brood, gebroken koekjes, rijstzemelen, brouwgerst uit de bierproductie en wei uit de melk- en kaasverwerking.
Naast restproducten uit de humane voedingsindustrie gebruiken we nog diverse andere zijstromen, zoals DDGS uit de bio-ethanolproductie.” Deze bijproducten hebben ook andere mogelijke gebruiksdoelen, maar door ze te verwerken tot diervoeder wordt het maximale uit hun (voedings)waarde gehaald.
Milieu- en economische voordelen
Door zijstromen en bijproducten optimaal te benutten, vergroten we de circulariteit van de voerproductieketen. Dit verlaagt de uitstoot van broeikasgassen. Daarnaast is er minder land nodig voor de teelt van voedergewassen en de productie van mengvoer. Een bijkomend positief effect is dat het gebruik van reststromen op het boerenbedrijf een kostprijsverlaging mogelijk maakt. Dit versterkt het draagvlak onder veehouders.
“Je hebt veel kennis nodig om goed met reststromen te werken, dus De Heus adviseert veehouders over het gebruik ervan.”
Een bloeiende markt voor reststromen
“Nederland heeft veel ervaring met reststromen”, vertelt Ruud. “We zijn een pionier in het gebruik van brijvoer voor varkens, waar reststromen een belangrijk onderdeel van zijn.”
De Heus is zelf niet actief in de markt van natte bijproducten voor de varkenshouderij. De markt heeft zich zo ontwikkeld dat wederverkopers reststromen kopen van voedselproducenten en deze verkopen aan boeren. Een beperkt aandeel belandt bij diervoederproducenten zoals De Heus.
“De kwaliteit van deze bijproducten varieert sterk, dus we testen hun voedingswaarde in termen van eiwitten, vezels, zetmeel en andere componenten. Deze analyse is essentieel omdat die de basis vormt voor de nutritionele waarde en daarmee voor de recepturen van ons aanvullend diervoeder dat wordt gebruikt in combinatie met reststromen”, vervolgt Ruud. “Waar mogelijk proberen we met name eiwit uit reststromen te gebruiken om de hoeveelheid soja in het rantsoen te verminderen. Op deze manier kunnen we de ontbossing als gevolg van de sojateelt helpen verminderen.”
Ook maken wij als mengvoerleverancier gebruik van reststromen in het eigen mengvoer en zijn we continu op zoek naar mogelijke andere alternatieven.
Ontwikkeling van de markt
De voordelen van het gebruik van reststromen leiden ertoe dat verkopende partijen in samenwerking met ons actief op zoek gaan naar nieuwe reststromen die gebruikt kunnen worden in diervoeders.
“Als Productmanager Brijvoer ben ik erg gefocust op het gebruik van reststromen in brijvoer, maar binnen andere sectoren gebruiken we ook reststromen in droogvoer”, vervolgt Ruud. “Zo kun je bijvoorbeeld gebroken koekjes en/of bijproducten van de pastaproductie gebruiken in mengvoer. Reststromen van de verwerking van o.a. tarwe, soja-, koolzaad- en zonnebloemolie worden traditioneel al veel ingezet.”
Andere marktfactoren
De behoefte aan een constante aanvoer van betaalbaar voedsel zal het gebruik van reststromen stimuleren, maar ook milieuoverwegingen zullen het gebruik ervan vergroten. Retailorganisaties sturen deze vraag vaak aan.
“Waar de vraag ook vandaan komt, om energie te besparen en de ecologische voetafdruk te verkleinen, zullen we een toename zien in het gebruik van reststromen uit de voedselproductie”, zegt Ruud.
Bron: De Heus
