Robotmelken in combinatie met weidegang kan voor uitdagingen zorgen. Hoe zorg je én voor voldoende melkingen én voor voldoende tijd in de wei? Steeds meer melkveehouders beheersen deze kunst. Tom Kenkhuis van het team Dairy Management Support van GEA Nederland ondersteunt melkveehouders hierin.
Weidegang wint nog steeds aan populariteit. Veehouders die geen weidegang toepassen geven vaak als reden op dat het lastig te combineren is met robotmelken. “Het klopt dat een robotmelker meer uitdagingen heeft met weidegang dan iemand die conventioneel melkt. Laatstgenoemde hoeft bij wijze van spreken alleen de deuren op te zetten om de koeien te weiden. Het initiatief ligt bij hemzelf. Bij robotmelken ligt het initiatief om te grazen en om gemolken te worden bij de koe zelf. Toch hoeft dat geen probleem te zijn”, is de ervaring van Kenkhuis, die al sinds een jaar of vijftien robotmelkers adviseert.
Voldoende melkingen en tijd in de wei
De belangrijkste uitdagingen bij robotmelken en beweiden zijn het hoog houden van het aantal melkingen en voldoende opname van gras. Hoe zorg je dat de loop op de robot blijft en motiveer je de koe om dagelijks minimaal zes uur in de wei te lopen?
Het is belangrijk hier een goed evenwicht in te vinden. Het beweidingssysteem speelt hierin een belangrijke rol. De voorkeur van Kenkhuis gaat daarbij vooral uit naar Nieuw Nederlands Weiden. Hierbij wordt de huiskavel opgedeeld in een aantal gelijke delen. Elke dag krijgen de koeien een ander perceel. Zo is het grasaanbod altijd gelijk. Dat motiveert de koeien elke dag weer naar buiten te gaan. Daarnaast vindt Kenkhuis het belangrijk dat de koerouting naar de wei en in de stal logisch zijn en de rangorde in de stal bekend is. Ook een goede klauwgezondheid is essentieel voor voldoende melkingen en voldoende grasopname.
Weideselectiepoort kan veel werk schelen
Weidende robotmelkers doen er volgens Kenkhuis vaak goed aan voor een weideselectiepoort te kiezen. Dan kan een koe pas naar buiten als zij gemolken is. “Zo’n poort kan zoveel tijd schelen. Ik zie vaak dat robotmelkers zonder selectiepoort eerst ’s morgens in de stal de koeien eruit moeten vissen die nog eerst door de robot moeten. Met een selectiepoort zie je vaak dat zeventig procent van de koeien ’s morgens vroeg al gemolken is en buiten loopt. Dit is goed voor de grasopname, voor de rust in de stal en je hebt als veehouder minder werk. Als bijna alle koeien buiten lopen heb je mooi de gelegenheid om de boxen schoon te maken. Een weideselectiepoort heb je zo terugverdiend.”
Tekst: Gerben Hofman • Beeld: GEA
