Sinds 1993 runnen Albert Schimmel (54) en zijn vrouw Wilma (48) een veelzijdig loonbedrijf in de plaats Overberg, op de grens van de Utrechtse heuvelrug en de Gelderse Vallei. Wat ooit begon als een kleine onderneming met een focus op grondwerk en graslandverbetering, is in de loop der jaren uitgegroeid tot een professionele organisatie met tien toegewijde medewerkers. Samen bedienen ze een brede klantenkring: van agrariërs die hun land willen optimaliseren tot aannemers die een betrouwbare partner zoeken voor grondwerk en transport.
Het bedrijf ligt net achter de drukke spoorlijn tussen Utrecht en Arnhem, een strategische locatie die de bereikbaarheid ten goede komt. Schimmel vertelt met passie over zijn start in het vak. “Na mijn opleiding aan de Lagere en Middelbare Landbouwschool begon ik in 1993 met grondwerk en graslandverbetering. De bodem fascineert me omdat het de basis is van alles wat groeit en bloeit. Die aandacht voor bodemkwaliteit en gewasoptimalisatie staat nog steeds centraal in ons werk.” Hoewel het bedrijf door stoppende collega’s flink is gegroeid, is de kern onveranderd gebleven. Schimmel en zijn team werken nauw samen met hun klanten om de beste resultaten te behalen.
Wie bij het erf aankomt, ziet meteen een bijzondere John Deere-brievenbus staan – een stille hint naar Schimmel’s liefde voor het merk. “We rijden veel met John Deere-trekkers. Het is een merk dat staat voor degelijkheid en betrouwbaarheid, precies wat wij belangrijk vinden”, zegt hij met een glimlach.
Goed graslandbeheer
Voor Schimmel is goed graslandbeheer méér dan alleen maaien en bemesten. “Het betekent dat je gedurende het hele seizoen je percelen nauwlettend volgt en doet wat nodig is. Op het juiste moment maaien, onkruid bestrijden, bemesten, doorzaaien of helemaal vernieuwen. Je moet weten wat er speelt op het land”, legt hij uit. De basis ligt volgens hem nog altijd bij de bodem en bemesting. “Maar dat wordt wel een uitdaging de komende periode”, merkt hij op. Want waar vroeger grasland jarenlang bleef liggen, ziet hij nu een duidelijke trend: veel vaker vernieuwen.
“De veehouder moet meer rouleren, en daarmee neemt ook de biodiversiteit toe. We hebben nog nooit zoveel verschillende gewassen gezaaid als afgelopen jaar. Denk aan kruidenrijk gras, luzerne, gerst, mais-bonen en natuurlijk gewoon gras en mais.” Ook de genetische vooruitgang bij grasrassen valt op. “Ze zijn een stuk weerbaarder geworden tegen droogte. In een jaar of vijf is er echt veel veranderd. Dus in mijn ogen is graslandvernieuwing geen weggegooid geld, integendeel. Het levert meer op, met een betere kwaliteit.”

Grasoogst is maatwerk
Bij loonbedrijf Schimmel is grasoogst geen kwestie van zomaar het land op gaan. “Het draait allemaal om het juiste moment”, vertelt Schimmel. “Niet zozeer door klimaatverandering, maar veel meer door veranderende wet- en regelgeving is het oogstpatroon veranderd. Veehouders moeten tegenwoordig bijna een 9 scoren, een 7 is niet goed genoeg meer. Dat zie je terug in het werk.” Het juiste moment van maaien is cruciaal voor de kwaliteit van het ruwvoer. “Sommigen willen ’s morgens maaien voor eiwitrijk gras, anderen juist ’s middags voor suikerrijk gras. Dat hangt helemaal af van het voerrantsoen en de wensen van de veehouder.
Gelukkig verschilt dat per klant, anders wil iedereen tegelijk”, lacht Schimmel. Ook bij het hakselen spelen timing en omstandigheden een grote rol. “Soms wil men ’s morgens hakselen zodat het gras koeler in de kuil komt. Of de zon is zo fel dat het gras ’s ochtends al voldoende droge stof heeft. Dan word ik gebeld of we eerder kunnen komen. Dat betekent weer schuiven in de planning, maar daar zijn we op ingesteld. Het is maatwerk, elke keer weer.”
Voorkomen is beter dan herstellen
Bodemverdichting en structuurschade zijn serieuze aandachtspunten tijdens het oogstseizoen. Bij Schimmel ligt de focus vooral op preventie. “Het begint simpel: zo min mogelijk sporen rijden”, vertelt Schimmel. “Dat zijn de bekende verhalen, maar ze blijven belangrijk. Goede banden, het juiste moment kiezen om het land in te gaan. Als de grond niet draagkrachtig is, moet je gewoon wachten. Dat is je eerste verdienste.” Toch lukt wachten niet altijd. “Soms overvalt het je. Het weer slaat om of het gras is flink gegroeid en er moet wat gebeuren. Dan moet je keuzes maken.” In die gevallen wordt achteraf hersteld, met bijvoorbeeld grasland woelen.
“Omdat er steeds meer gerouleerd wordt tussen gras, mais en rustgewassen zijn er ook meer momenten waarop je de bodem kunt aanpakken. ”De afgelopen jaren is er flink geïnvesteerd in bodemverbetering. “We hebben veel gedaan met grasland woelen, gewoon woelen en spitten. Juist om de verdichting op te heffen en de bodem lucht en structuur te geven. Dat betaalt zich uiteindelijk terug in de groei van het gewas.”
Van grondwerk tot transport
Het loonbedrijf is van alle markten thuis. Naast het agrarisch werk is het team actief in grondverzet, rioolwerk en transport. “We doen veel wegenbouw voor aannemers, maar ook eigen projecten en werk voor boeren”, vertelt Schimmel. Denk aan het graven van bouwputten, het aanleggen van sleufsilo’s of het verbeteren van erfverhardingen. Bij agrarische projecten staat samenwerking centraal. “We adviseren over de praktische inrichting, zoals de breedte van een sleufsilo of de rijroutes op het erf. Zo houden we het werk efficiënt en veilig.”
Ook op transportvlak is Schimmel actief. “We hebben vijftien containers voor zand en groenafval die we ophalen met onze haakarmcarrier of vrachtwagen. Daarnaast vervoeren we machines of bekisting met onze dieplader – vanaf onze locatie of direct vanaf de klant.” Met een combinatie van advies, vakmanschap en logistiek biedt Schimmel totaaloplossingen voor grond- en transportwerk in de regio.

Sloopwerk en zorg voor het landschap
Naast grond- en transportwerk is Schimmel actief in sloopwerk, zoals op vakantieparken waar chalets worden verwijderd. “We slopen ook stallen en woningen en sorteren het afval direct op locatie voor een verantwoorde afvoer”, zegt Schimmel. Door veranderingen in de agrarische sector verschuift het werk. “Steeds meer intensieve bedrijven stoppen. Die gronden krijgen dan een nieuwe bestemming, vaak voor natuur.” Schimmel is niet betrokken bij de aanleg, maar wel bij het onderhoud. “We maaien, voeren af en snoeien. Dat vraagt ander werk, maar het hoort erbij. Wij zien onszelf als rentmeesters – zorg voor het landschap zit in ons DNA.”

Tekst: Annelies Bakker
Beeld: Loonbedrijf Schimmel en Annelies Bakker