Meer dan de helft van de jonge boeren weet nog niet waar op te stemmen op 29 oktober. Het landbouwbeleid bepaalt wel hun stem. Hun zorgen zijn groot: topzorgen zijn overheidsbeleid (45 procent) en milieuregels (34 procent) Dit blijkt uit: Grond als sleutel voor de toekomst, een onderzoek van burgercoöperatie Land van Ons onder gangbare en biologische jonge boeren.
Voor driekwart van de jonge boeren is toegang tot voldoende en betaalbare landbouwgrond op dit moment problematisch. Eén op de tien jonge boeren overweegt zelfs te emigreren. Jonge boeren verlangen vooral naar stabiliteit, duidelijkheid en eerlijke randvoorwaarden, zowel in beleid als in markt.
Het onderzoek is uitgevoerd door Prosu BV in opdracht van burgercoöperatie Land van Ons. In totaal werden 289 jonge boeren uit heel Nederland geïnterviewd. De vragenlijst bestreek thema’s als grondtoegang, beleid, bedrijfsvoering en toekomstverwachting. De resultaten geven een breed en representatief beeld van de knelpunten én kansen die jonge boeren ervaren in hun dagelijkse praktijk.
Lagere grondprijzen
De topzorgen van de jonge boeren zijn overheidsbeleid (45 procent) en milieuregels (34 procent). Biologische boeren noemen deze zorgen minder vaak en wijzen relatief vaker op financiering (13 procent) en afzetprijzen (17 procent). Gebrek aan grond en de stikstofproblematiek spelen bij beide groepen een rol.
Toegang tot grond
Ruim de helft van de jonge boeren (55 procent) slaagt erin om wel extra grond te kopen of te pachten, maar een aanzienlijk deel loopt vast: 21 procent had geen succes, 10 procent vond het onbetaalbaar. Redenen waarom aankoop niet lukte: door torenhoge prijzen is financiering vrijwel onmogelijk, banken zijn terughoudend en het aanbod is zeer beperkt. Waar grond vrijkomt, gaat het vaak in grote kavels of wordt er overboden door grotere boeren, investeerders of andere sectoren. Ook regels en keuzes van overheden en verpachters worden genoemd, zoals provincies die boven marktprijs verkopen of bepaalde groepen voorrang geven.
Grondruil en grondbank als mogelijke oplossingen
In het onderzoek is gevraagd hoe jonge boeren denken over bepaalde concrete maatregelen.
- Een meerderheid van de jonge boeren ziet grondruil in de omgeving als een nuttig instrument.
- Ongeveer de helft van de boeren steunt het idee van een grondbank van waaruit grond ter beschikking wordt gesteld voor jonge en/of biologische boeren. Biologische boeren zijn nog een stuk positiever.
- Als er een grondbank zou bestaan, dan heeft een ruime meerderheid van de boeren interesse. Ook hier zijn biologische boeren nog positiever dan gangbare boeren.
- Het plan om landbouwgrond in Nederland in te delen in zones voor voedselproductie anderszijds en maatschappelijke landbouw op kwetsbare grond anderzijds (wetsvoorstel van kamerlid Holman) kan op weinig steun rekenen van gangbare boeren. Biologische boeren zijn wat positiever.
Omschakeling van regulier naar biologische landbouw problematisch
In het onderzoek zijn ook vragen gesteld hoe jonge gangbare boeren aankijken tegen omschakelen naar biologische landbouw Dat zien de meesten als helemaal geen optie (55 procent). Slechts 4 procent van de gangbare boeren overweegt dit serieus. Bij meer dan 20 procent van de gangbare boeren hangt omschakeling af van de omstandigheden. Veel genoemde obstakels zijn: te weinig of te dure grond (60 procent) en de overgangsperiode (33 procent). Ook onzekerheid over overheidsbeleid en afzet worden vaak genoemd.
Duurzame landbouw alleen met actief overheidsgrondbeleid
Voor Land van Ons is de conclusie overduidelijk: als Nederland kansen wil bieden aan jonge én nieuwe boeren én de doelstelling van minimaal 15 procent biologische landbouw 2030 wil halen, dan moet de overheid hiervoor de voorwaarden scheppen. En dat beleid moet structureel zijn en gericht op de lange termijn. Een actief grondbeleid is hiervan een essentieel onderdeel.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: beeldarchief Prosu BV