Dairy Campus krijgt als eerste een nieuw, revolutionair stalconcept: de EVA-Stal. Deze EmissieVrije en Autonome stal combineert drastische emissiereductie met een diervriendelijke leefomgeving en slimme technologie. Een belangrijke stap naar toekomstbestendige melkveehouderij.
EVA: een nieuwe standaard in de melkveesector
De EVA-Stal is geen traditionele stal met wat verbeteringen – het is een compleet nieuw systeem. Dankzij slimme ventilatie, scheiding van mest en urine, geavanceerde monitoring van diergezondheid en inzet van automatisering, wordt de uitstoot van broeikasgassen sterk verminderd. Tegelijk biedt de stal een omgeving waarin koeien zich natuurlijk kunnen gedragen en gezond blijven.
“EVA is een totaalconcept dat alles raakt: van hoe we met dieren omgaan tot hoe we omgaan met onze omgeving,” zegt Aebe Aalberts, manager van Dairy Campus. “We willen de melkveehouderij duurzamer, efficiënter én dierwaardiger maken.”
Meer dan een stal: bouwen aan de toekomst
De komst van de EVA-Stal past binnen de bredere ambitie van Dairy Campus om een voorbeeldfunctie te vervullen in de verduurzaming van de zuivelsector. Zo wordt de stal ook onderdeel van het landelijke FTO-Duurzaamheid consortium voor het ontwikkelen, monitoren, toetsen en bijsturen van beleid en maatregelen gericht op het terugdringen van broeikasgassen en vervuiling in de atmosfeer, waarin onder andere Wageningen University & Research, KNMI, Deltares, TNO en RIVM samenwerken. De praktijkdata van de EVA-Stal dragen bij aan betere klimaatmodellen en innovaties in de landbouw.
Praktijkgericht innoveren
De rol van Dairy Campus binnen het FTO-Duurzaamheid consortium onderstreept het belang van toegepaste kennis in de grote maatschappelijke opgaven rondom klimaat, gezondheid en voedselvoorziening. Door nauw samen te werken met universiteiten, overheden en maatschappelijke partijen ontstaat een robuust kennisecosysteem waarin praktijk, wetenschap en innovatie samenkomen. Dairy Campus draagt zo actief bij aan het verlagen van emissies, het verbeteren van de luchtkwaliteit en het weerbaarder maken van onze leefomgeving.
Over FTO Duurzaamheid
Met het programma Faciliteiten Toegepast Onderzoek Duurzaamheid (FTOD) investeert het ministerie van Economische Zaken in samenwerking met de ministeries van IenW en LNNV € 50 miljoen in toegepaste onderzoeksinfrastructuur voor klimaat, broeikasgassen en luchtkwaliteit. De faciliteiten voorzien in een behoefte aan data en kennis voor het ontwikkelen, monitoren, toetsen en bijsturen van beleid en maatregelen gericht op het terugdringen van broeikasgassen en vervuiling in de atmosfeer. De partners van FTO Duurzaamheid: Deltares, KNMI, Naturalis, NLR, TNO en WUR bundelen hun kennis en integreren hun faciliteiten in het FTOD samenwerkingsverband dat een verbindende schakel vormt in het nationale en internationale systeem van grote onderzoeksfaciliteiten. Naast de ontwikkeling van de infrastructuur worden er in het programma een aantal use cases uitgewerkt die de faciliteiten van FTO Duurzaamheid verbinden met andere infrastructuren.
Het stelsel van faciliteiten van FTO Duurzaamheid bestaat uit een combinatie van laboratorium en experimentele faciliteiten en infrastructuur voor meten en monitoring:
(TNO) een mobiele meetfaciliteit voor emissies.
(Deltares) Laboratorium en mobiele meetfaciliteiten, als onderdeel van het Deltalab, voor onderzoek naar de wisselwerkingen tussen bodem, water en atmosfeer in relatie tot emissies en opname van broeikasgassen;
(WUR-WLR) Een emissievrije en autonome stal (EVA-stal) op de WUR Dairy Campus Leeuwarden voor toegepast onderzoek, testen en integreren van technologie voor duurzame en circulaire melkveehouderij;
(WUR-WENR), Proefterrein De Sinderhoeve, met proefsloten, proefvijvers, laboratoria en zeven hectare landbouwgrond voor aquatisch en terrestrisch onderzoek naar gedrag van chemische stoffen in het milieu en impact van klimaatverandering op ecosystemen en biodiversiteit.
(KNMI en TNO), Het atmosfeeronderzoeksstation rondom de 213 m hoge meetmast Cabauw, uniek in de wereld vanwege het uitgebreide meetinstrumentarium voor in-situ en remote sensing waarnemingen;
(TNO en RIVM), een netwerk van stations met meetfaciliteiten voor luchtkwaliteit en broeikasgassen in de regio Rotterdam, en
(TNO) een mobiele meetfaciliteit voor emissies.
Bron: Dairy Campus
