De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voert deze winter opnieuw fysieke controles uit op mestvoorraden bij melkveebedrijven. Tussen 15 december 2025 en 15 februari 2026 bezoeken inspecteurs steekproefsgewijs bedrijven om de daadwerkelijke mestvoorraad vast te stellen. De controleperiode valt samen met de administratieve afronding van het jaar en is bedoeld om een betrouwbare beoordeling van de mestboekhouding te kunnen maken.
Hoe verloopt de controle?
Inspecteurs meten de aanwezige mestvoorraden en maken daarbij berekeningen op basis van opslagcapaciteit, vullingshoogtes en stallingsgegevens. Soms is aanvullende informatie van de melkveehouder nodig om te bepalen of de volledige voorraad is meegenomen. Denk aan:
- bouw- en opslagtekeningen
- pacht- of gebruiksovereenkomsten
- veesaldokaarten
- eigen berekeningen of rantsoeninformatie
Melkveehouders zijn verplicht deze documenten te tonen wanneer daarom wordt gevraagd.
Belang voor de Aanvullende Gegevens Landbouwbedrijven
De uitkomsten van de NVWA-controle worden met de ondernemer besproken en kunnen gebruikt worden als input voor de Aanvullende Gegevens Landbouwbedrijven (AGL). In deze jaarlijkse opgave moet onder meer de feitelijke mestvoorraad op 31 december 2025 worden opgegeven.
Belangrijk: melkveehouders blijven altijd zelf verantwoordelijk voor het tijdig en juist doorgeven van hun AGL-gegevens. Het is dus niet nodig – en ook niet toegestaan – om te wachten op een NVWA-bezoek voordat de AGL wordt ingediend.
Controle op gebruiksnormen
Na afloop gebruikt de NVWA de gemeten voorraden om de ingediende AGL te toetsen. Daarnaast kunnen de gegevens worden ingezet in analyses rondom de gebruiksnormen voor mest. De controles dragen daarmee bij aan een sluitende mestboekhouding en een betere borging van de regelgeving.
Bron: NVWA




