Op het gebied van de gezondheid van melkvee vormt kreupelheid een grote uitdaging. Meestal is de hoofdoorzaak van kreupelheid bij deze dieren een complex samenspel van factoren.
Als we ‘multifactorieel’ zeggen, bedoelen we dat er meestal een combinatie van gebeurtenissen of invloeden nodig is om kreupelheid in gang te zetten. Het is niet gebruikelijk dat er maar één enkele gebeurtenis of factor is die ervoor zorgt dat een koe kreupel wordt. Het is echter niet onmogelijk; bijvoorbeeld een onjuiste bekapbeurt kan een koe kreupel maken. Voeding, en met name subacute pensverzuring (SARA), wordt vaak genoemd als oorzaak van kreupelheid, waarbij slechte adviezen van de voeradviseur als boosdoener worden aangewezen. Hoewel de kennis van voeding en relatie over de rol van SARA en/of pensverzuring bij de ontwikkeling van klauwaandoeningen geloofwaardig is, blijft de ziekte zelf, net als kreupelheid en de gevolgen ervan, veelzijdig.
In dit artikel duiken we in de samenhang van factoren die bijdragen aan kreupelheid bij melkvee. Voor het ontwikkelen van een aandoening is een combinatie van verschillende factoren nodig. Niet-voedingsfactoren zoals overbezetting, comfort, ligtijden en eetgedrag zijn belangrijk om aandacht aan te besteden.
Er van uitgaande dat bekend is dat SARA en darmverzuring als directe oorzaak van kreupelheid zijn te benoemen, gaan we ons in dit artikel richten op wat we vanuit voedingsoogpunt kunnen doen om de gezondheid van de klauw te verbeteren.
Ontsteking in de klauw
De bouw van de klauw is erg gevoelig voor de negatieve effecten van ontstekingen. Ontsteking, veroorzaakt door verschillende factoren, heeft het potentieel om veranderingen in de vorm van de klauw en de vorm van het klauwbeen te veroorzaken. Figuur 2 illustreert de blijvende vorm van veranderingen die veroorzaakt worden door ontsteking in het klauwbeen. Een dergelijke vergroeiing van het bot, worden botsporen genoemd.

Het verminderen van de kans op ontstekingen, vooral rondom afkalven, is een cruciale maatregel in de preventie van kreupelheid. Het belangrijkste doel in deze kritieke periode is het voorkomen van ziekten zoals melkziekte, ketose, nageboorte en baarmoederontsteking, die allemaal ontstekingen als een gemeenschappelijke factor hebben. Een succesvolle transitie heeft te maken met meerdere facetten, waaronder goede huisvesting waarbij de nadruk ligt op het minimaliseren van sociale stress. Als we door de lens van voeding kijken, wordt het noodzakelijk om een effectieve strategie te hebben om hypo-calcemie te voorkomen en de droge stofopname op peil te houden zonder onbedoeld te hoge energie concentratie. Dit evenwicht kan worden bereikt door het maken van een droogstands rantsoen met veel stro zoals een rantsoen van het “Goldilocks”- principe.
Overmatige veranderingen in conditiescore
Metabole ontstekingen komen vaker voor bij koeien met een hogere BCS (Body Condition Score > 3,5) tijdens de droogstandperiode en bij koeien die een aanzienlijke mobilisatie van lichaamsvet ondergaan in de periode net voor en na het afkalven. Vanuit nutritioneel oogpunt is het van het grootste belang om ervoor te zorgen dat koeien de optimale BCS niet overschrijden tegen de tijd dat ze droog gaan. Net zo cruciaal is het handhaven van een stabiel BCS gedurende de droogstandperiode en in het begin van de lactatie. De energieopname in het begin van de lactatie wordt beïnvloeddoor verschillende factoren, waaronder klauwgezondheid, sociale stress, voerhek ruimte en vreet-, lig- en sta-tijden. Daarom kan het minder effectief zijn om je alleen te richten op het “rantsoen” als middel om klauwproblemen te voorkomen dan je te concentreren op een meer complete holistische benadering van het management in het melkveebedrijf.
Veranderingen in de fysiologie rond de overgang
Terwijl de koe zich voorbereidt op het afkalven, vinden er veel veranderingen in het lichaam plaats. Deze veranderingen manifesteren zich voornamelijk in het bekken, maar het is goed om te weten dat ze ook de plaatsing van het klauwbeen binnen het klauwkapsel kunnen beïnvloeden (zoals afgebeeld in Figuur 2). Deze veranderde positie kan leiden tot het verzakken van het klauwbeen en dat resulteert dan weer in nadelige interacties met het omliggende weefsel.

Op zichzelf zou dit geen probleem zijn als de koe voldoende rust zou krijgen in een stressvrije, comfortabele omgeving. Het is echter weer een illustratie van een veelzijdig scenario. Als we het vanuit voedingsoogpunt bekijken, is ons doel om de terugkeer van deze veranderingen in de structuur naar hun normale staat kort na het afkalven te versnellen. Om dit te bereiken heeft de pas gekalfde koe een flinke opname van goede kwaliteit eiwitten nodig. Op dit moment adviseren we om te focussen op het optimaliseren van het aantal grammen eiwit in plaats van het percentage ten opzichte van de drogestofinname (DMI). Deze aanpak is gerechtvaardigd omdat de meeste verse koeien in het begin van de lactatie een negatieve eiwitbalans hebben.

Bouwkwaliteit klauwhoorn
Net als elk ander weefsel in het lichaam vraagt hoorn-groei om voortdurende vernieuwing om vorm en functie in stand te houden. Dit onderstreept het grote belang van een goed aanbod van alle essentiële voedingsstoffen. Figuur 3 illustreert de centrale rol van zowel macro- als micronutriënten in de groei en ontwikkeling van hoorn.

Het is duidelijk dat zowel kortdurende als langdurige tekorten in voedingsstoffen een aanzienlijke invloed kunnen hebben op de kwaliteit en gezondheid van hoornweefsel. Onder normale omstandigheden groeit hoornweefsel bijvoorbeeld meestal met een snelheid van ongeveer 5 mm per maand, tenzij we ons in een fase van negatieve energiebalans bevinden, waarin de hoorngroei bijna tot stilstand komt. Een andere illustratie is de aanvoer van spoormineralen zoals zink, koper en mangaan. Deze spoorelementen spelen een cruciale rol in het in stand houden van de bouw en structuur van hoornweefsel. Interessant is dat de opname van deze mineralen het hoogst is tijdens de eerste en de tweede helft van de lactatieperiode, maar het laagst is tijdens de droogstand en onmiddellijk na het afkalven. De beschikbaarheid van deze sporenelementen tijdens de periode na het afkalven is van het grootste belang, aangezien de hoorn te lijden heeft onder de verminderde energie-inname en ontstekingsproblemen. Omgekeerd biedt de droogstand de gelegenheid om te genezen en te herstellen van de van de voorgaande lactatie. Het bereiken van deze hoorn-verjonging, zoals bewezen is in onderzoek, hangt af van het gebruik van hoogwaardige organische sporenmineralen zoals Zinpro® Performance Minerals®.

Samenvatting
Kreupelheid is een complex probleem dat om een allesomvattende oplossing vraagt. Het is noodzakelijk dat dierenartsen, klauwbekappers ,voeradviseurs en veehouders nauw samenwerken bij het identificeren en aanpakken van de veelzijdige uitdagingen waar koeien en hun klauwen mee te maken hebben. Elk van deze professionals speelt een eigen rol in het verminderen van het optreden van klauwletsel.
Vanuit nutritioneel oogpunt ligt de sleutel bij het zorgen voor uitgebalanceerde en goede rantsoenen die positief bijdragen aan de vermindering van transitie problemen, vette koeien, veel conditie verliezen van het kalven. Daarnaast focus op pens en darm gezongheid. Deze voedingsaanpak is een cruciaal onderdeel van de bredere inspanning om kreupelheid te bestrijden.

Voor meer informatie:
Neem contact op met Theo de Vries of bezoek zinpro.com/dairy
Performance Minerals® en FirstStep® zijn gedeponeerde handelsmerken van Zinpro Corp. ©2021 Zinpro Corp. Alle rechten voorbehouden.