De consumentenprijsindex van zuivel is in mei 2025 stabiel gebleven op 133 punten (2020=100), gelijk aan het niveau van maart 2025. De producentenprijsindex (PPI) steeg in mei met 1% naar eveneens 133 punten. De prijsindex af boerderij liet daarentegen een forse stijging zien en kwam uit op 164 punten, een toename van circa 5% ten opzichte van maart dit jaar.

Dynamiek tussen consumenten-, producenten- en af-boerderijprijzen
De consumentenprijsindex blijft hoog en bevindt zich op het niveau van eind 2022. Terwijl de af-boerderijprijs duidelijk blijft stijgen, lijkt de consumentenprijs zich te stabiliseren. Dit verschil wordt deels verklaard doordat consumentenprijzen minder snel reageren op veranderingen; verwerkers en handelspartijen werken immers vaak met contracten op langere termijn.
In 2024 daalde de consumentenprijsindex met 2%, terwijl de producentenprijsindex gemiddeld 3% steeg en de af-boerderijprijs zelfs met 6% opliep. Deze verhoudingen laten de dynamiek in de zuivelketen duidelijk zien. Het is mogelijk dat de recente stijging van de af-boerderijprijzen later dit jaar alsnog doorwerkt in hogere consumentenprijzen.
Prijsontwikkeling per product
De consumentenprijs van zuivel is samengesteld uit diverse productcategorieën, waaronder verse halfvolle en magere melk, kaas, yoghurt en houdbare melk. Opvallend is dat verse halfvolle en magere melk momenteel de laagste prijsindex kent. Tussen mei 2023 en november 2024 daalde de prijs hiervan met 14%, terwijl andere zuivelproducten stabiel bleven.
Deze daling hangt waarschijnlijk samen met het feit dat verse melkprijzen directer de af-boerderijprijs volgen. Toen die begin 2023 sterk daalde, nam ook de prijs van verse melk af. Sinds eind 2024 is sprake van herstel, maar minder krachtig dan de stijging van de af-boerderijprijs.
De prijsindex van kaas laat sinds 2024 een geleidelijke stijging zien en staat in mei 2025 op 136 punten. Yoghurt noteerde eveneens een stijging: na een kleine correctie in januari 2025 ligt de index in mei op 140 punten. Houdbare melk toont na een periode van schommelingen weer stabiliteit met 136 punten.

Vergelijking met buitenland en gevolgen voor de sector
Ondanks de gestegen af-boerderijprijs zijn de producentenprijzen in de zuivelindustrie en -handel nog relatief beperkt toegenomen. In mei steeg de PPI met 1% ten opzichte van maart, maar ligt deze wel 10% hoger dan in dezelfde maand van 2024. Opvallend is dat de Nederlandse PPI circa 10 indexpunten hoger ligt dan die in het buitenland.
De af-boerderijprijs bereikte in mei 2025 164 punten, een stijging van 5% sinds maart. Hoewel verwerkers hun uitbetalingsprijzen begin 2025 verlaagden vanwege zwakkere marktomstandigheden, trokken de prijzen in april en mei weer aan. De markt blijft optimistisch, mede door het krappe aanbod.
De melkaanvoer lag in Nederland in mei 2025 0,5% lager dan een jaar eerder; over de eerste drie maanden van 2025 was de daling zelfs 2%. In de EU-brede cijfers is de melkproductie in de eerste vier maanden van 2025 bijna 1% lager dan in 2024.
Impact derogatie en beëindigingsregelingen
De Nederlandse melkveehouderij ondervindt nog altijd de gevolgen van de afbouw van de derogatie. In 2025 mogen melkveehouders minder stikstof uit dierlijke mest aanwenden dan in 2024. Dit vergroot de druk op de mestmarkt en kan ertoe leiden dat meer bedrijven in de problemen komen bij het afzetten van mest.
Tot 13 mei 2025 hebben 446 melkveebedrijven een aanvraag ingediend om te stoppen via de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv en Lbv-plus). Bij een gemiddeld bedrijf van 100 melkkoeien zou dit een krimp van de nationale melkveestapel met bijna 45.000 koeien kunnen betekenen. Dit kan de Nederlandse melkproductie flink beïnvloeden.
Zuivelverwerkers benadrukken hun belang om de volumes op peil te houden en tonen zich bereid een concurrerende melkprijs te bieden om leveringszekerheid te garanderen.
Bron: Agrimatie