Een nieuwe studie van de Wageningen University & Research (WUR) in samenwerking met MSD Animal Health toont aan dat de economische impact van cryptosporidiose bij kalveren veel groter is dan voorheen werd gedacht. In dit onderzoek werden alle gevolgen van cryptosporidiose, zoals groeivertraging en een verminderde melkproductie tijdens de eerste lactatie, bij elkaar gebracht en op bedrijfsniveau berekend. De studie toont aan dat de totale kosten van een Cryptosporidium-uitbraak kunnen oplopen tot 195 euro per succesvol grootgebrachte melkkoe. Effecten van een besmetting blijven zichtbaar tot in de eerste lactatie.
Cryptosporidiose is een ernstige ziekte die wereldwijd grote schade aanricht in de veehouderij, met name bij jonge kalveren. De ziekte wordt veroorzaakt door de parasiet Cryptosporidium parvum
(C. parvum) en is de meest voorkomende vorm van kalverdiarree. Kalverdiarree is wereldwijd verantwoordelijk voor de hoogste kalversterfte in de eerste levensmaand, zo blijkt uit rapporten van de Belgische diergezondheidsorganisaties DGZ en ARSIA.
Langetermijneffecten cryptosporidiose
Cryptosporidiose heeft zowel kortetermijn- als langetermijneffecten. Met name over de langetermijneffecten was tot nu toe niet veel bekend. Bas Burger, die het onderzoek als onderdeel van zijn MSc opleiding uitvoerde, vertelt “De directe kosten van cryptosporidiose, zoals uitval, medische behandelkosten en extra arbeidskosten, zijn de afgelopen jaren goed in kaart gebracht. Maar naar de indirecte kosten, zoals de langetermijneffecten op groei en melkproductie, is nooit eerder onderzoek gedaan”.
Kosten kunnen oplopen naar 195 euro per koe
Volgens het onderzoek, gebaseerd op gegevens van een typisch Nederlands melkveebedrijf, leiden cryptosporidiose-infecties tot hogere opfokkosten voor vaarzen. Burger: “Als 32,5 procent te maken krijgt met een besmetting met cryptosporidiose kunnen de opfokkosten oplopen naar gemiddeld 141 euro per vaars. Daar komen de kosten van verhoogde sterfte in de eerste twee weken na de geboorte bij, die geschat worden op 7 euro per succesvol grootgebracht kalf. De verminderde melkproductie in de eerste lactatie leidt nog eens tot een extra verlies van 47 euro per vaars. Al met al kunnen de kosten van cryptosporidiose oplopen tot 195 euro per koe.”
Hogere voerkosten en arbeidskosten
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat kalveren die infecties met C. parvum doormaken, langere tijd nodig hebben om op het gewenste gewicht te komen en later aan de eerste lactatie beginnen. Dit leidt tot hogere voerkosten, arbeidskosten en andere bedrijfskosten. Ook is de melkproductie in de eerste lactatie gemiddeld lager, wat resulteert in verlaagde inkomsten voor melkveehouders.
67 procent van de totale kosten zijn indirect
De indirecte kosten van de ziekte, die zich uiten in hogere voerkosten en een verminderde groei en productiviteit, kunnen maar liefst 67 procent van de totale kosten uitmaken. Directe kosten, zoals sterfte, medische behandeling en extra arbeid vormen slechts één derde van de totale kosten. “Een behoorlijke eyeopener”, vindt ook Burger. “Veehouders denken vaak alleen aan de directe kosten van ziekten, maar deze studie laat zien dat de indirecte kosten veel ernstiger zijn en tot aanzienlijke economische verliezen kunnen leiden. Het benadrukt nog maar eens de noodzaak voor melkveehouders om ook de langetermijneffecten van cryptosporidiose in hun managementpraktijken en preventiestrategieën mee te nemen. Als je het afzet tegen 195 euro aan mogelijke kosten per koe, kan preventie zeker lonen”, besluit Burger.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: MSD Animal Health