Tijdens de RMV-beurs in Hardenberg praten we op de stand van KWS met Fokko Smit (Area Sales Manager Noord-Nederland) over de highlights in het rassenadvies voor bouwplan 2026. KWS presenteert er de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van maïs- en suikerbietenteelt en laat zien hoe telers met een doordachte rassenkeuze meer rendement en zekerheid kunnen halen uit hun teelt.
Volgens Smit hanteert KWS een zogenoemde cross-crop-aanpak. “We richten ons op verschillende teelten – suikerbieten, voederbieten, maïs, hybride rogge, sorghum en groenbemesters – en zijn daarmee adviespartner voor vrijwel alle teeltenwensen van veehouders en akkerbouwers.”
Maïs: vroegrijp, stevig en hoog in energie
Binnen de maïsteelt richt KWS zich op rassen die zekerheid bieden in opbrengst, voederwaarde en oogsttijdstip. De EnergyBoost-lijn staat daarbij centraal: rassen die uitblinken in zetmeelopbrengst en energie per kilogram droge stof – ideaal voor melkveehouders die sturen op ruwvoerefficiëntie.
Een van de toppers in het vroege segment is KWS GISO. Dit ultra-vroege ras is vaak al vóór 1 september rijp, zonder in te leveren op opbrengst. “Je kunt er 40 tot 45 ton maïs per hectare mee oogsten,” vertelt Smit.
KWS GISO behoort tot de focusrassen van KWS voor 2026, samen met onder meer KWS NEVO, KWS ALLINNO, KWS EMPORIO en KWS ARTURELLO. Deze rassen onderscheiden zich door snelle korrelrijpheid – waardoor ruimte ontstaat voor een vanggewas of tweede teelt – hoge voederwaarde, sterke plantgezondheid met stay-green-eigenschappen en een stevige plant die weinig gevoelig is voor stengelrot of legering.
Om een gelijkmatige opkomst te bevorderen, is KWS zaaizaad met INITIO BirdPROTECT (bescherming tegen vogels en schimmels) te leveren en, waar nodig, met Force 20 CS tegen ritnaalden. Voor vroege types adviseert KWS een zaaidichtheid van circa 90–95.000 planten per hectare, en bij de middenvroege maïsrassen 85–90.000 planten per hectare.
Daarnaast wijst KWS op de mogelijkheid van combinatieteelt met Snelle Lente Rogge, waarmee telers hun bouwplan en stikstofefficiëntie verder kunnen optimaliseren.
Suikerbieten: resistentie als vertrekpunt
Bij de suikerbietenteelt begint het rassenadvies met de vraag tegen welke ziekten bescherming nodig is. “Heb je percelen met Rhizoctonia of bietencysteaaltjes, dan kies je voor een ras met de juiste resistentie,” legt Smit uit. “In veel gevallen gaat het om dubbele of drievoudige resistentie. Op gezonde percelen kun je dan weer sturen op opbrengst, suikergehalte en bladgezondheid.”
Een belangrijke innovatie binnen het KWS-advies zijn de CR+ rassen. Deze combineren een uitstekende resistentie tegen Cercospora met behoud van een hoge opbrengst. “Dat betekent een vitaal gewas tot aan de oogst en minder noodzaak om te spuiten. Zo kun je als teler besparen op middelen en toch de financiële opbrengst hoog houden.”
Ook het CONVISO® SMART-systeem wint terrein. Het systeem bestaat uit SMART-rassen die tolerant zijn voor het herbicide CONVISO® ONE. Daarmee kunnen telers lastige onkruiden, waaronder onkruidbieten, in slechts twee bespuitingen bestrijden. “Dat vereenvoudigt de onkruidbestrijding, zeker op percelen met veel onkruiddruk,” aldus Smit. KWS adviseert wel altijd een mengpartner toe te voegen en de richtlijnen zorgvuldig te volgen om resistentievorming te voorkomen.
Voederbieten en andere teelten
De voederbieten blijven een vaste waarde in het KWS-assortiment. Ze leveren een hoge drogestof- en energieopbrengst per hectare en passen uitstekend in het rantsoen van melk- en vleesveehouders.
Daarnaast biedt KWS onder de naam Fit4NEXT een breed pakket groenbemesters en vanggewassen die bijdragen aan bodemgezondheid, stikstofbinding en biodiversiteit. Ook sorghum en hybride rogge winnen terrein. Sorghum wordt gepositioneerd als een droogtetolerant ruwvoeralternatief, terwijl hybride rogge – zoals Snelle Lente Rogge – past in teeltsystemen met vroege maïs en een focus op maximale eiwit- en zetmeelopbrengst.

Kom advies inwinnen
Tijdens de RMV beurs in Gorinchem (stand J28) is het team van KWS aanwezig om samen met telers te kijken welk ras het best past bij hun bedrijfsomstandigheden. “We willen weten hoe het de afgelopen jaren is gegaan en helpen om de teelt verder te optimaliseren – of het nu gaat om opbrengst, ziekteresistentie of voederwaarde. Onze klanten waarderen dat persoonlijke contact en komen graag langs voor advies en een update van de nieuwste rassen.”

De omstandigheden verschillen sterk per regio. “Op kleigrond heb je bijvoorbeeld sneller last van tarra – aanhangende grond aan de bieten – dan op zandgrond,” zegt Smit. “Daar houden we rekening mee in het rassenadvies.”
De sfeer op de beurzen is volgens Smit altijd positief. Bezoekers komen enthousiast langs, willen graag weten wat er nieuw is en gaan vaak met praktische tips naar huis – en soms met een rolmaat als aandenken. “De RMV-beurzen zijn voor ons een waardevolle plek om in contact te komen met telers en veehouders. We hopen dat ook deze editie weer veel goede gesprekken oplevert.”

Tekst: Jan Geert Vedelaar
Beeld: Jorden Koutstaal



