In januari 2025 moeten melkveehouders de Aanvullende Gegevens Landbouwer indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Voor bedrijven die gebruikmaken van de derogatie 2024 is dit een verplichte voorwaarde. Een juiste en tijdige aanlevering is dus van groot belang om problemen bij de mestboekhouding te voorkomen.
Belangrijke aandachtspunten mestboekhouding
Bij het indienen van de aanvullende gegevens moeten de gemeten mestvoorraden worden opgegeven. Deze gegevens gebruik je om met de mestboekhouding aan te tonen dat de gebruiksnormen niet zijn overschreden. Let daarnaast op de volgende punten:
- Reken alle geproduceerde melk mee in de totale melkproductie, dus ook biest, antibioticamelk en melk voor eigen consumptie. Dit telt ook mee voor de bepaling van het benodigde aantal fosfaatrechten.
- Controleer goed of er in 2025 een nieuw relatienummer is gebruikt. Vaak worden nog mestaf- of -aanvoeren geboekt op het oude relatienummer. Neem deze ook op in de administratie.
- Controleer de aanvoer van kunstmest volledig. Vergeet niet de meststoffen die via de loonwerker voor bijvoorbeeld maïs zijn geleverd.
Mestverwerking en BEX
De (BEX-)prognose geeft inzicht in de naleving van de mestverwerkingsplicht en toont of er nog Vervangende Verwerkings Overeenkomsten (VVO’s) moeten worden aangekocht. Ook krijg je hiermee een goed beeld van de actuele mest- en voervoorraden.
Maak je gebruik van de Bedrijfsspecifieke Excretie (BEX)? Zorg dan dat de kuilen tijdig worden bemonsterd. Monsternemers zijn in december vaak druk, dus vroegtijdig steken helpt om de planning beter te verdelen.
Fosfaatrechten: regel tijdig
Bij de beoordeling van de fosfaatrechten kijkt RVO naar de totale melkproductie. Naast de geleverde melk aan de fabriek moet dus ook de niet-geleverde melk worden meegerekend. Regel de overdracht of aankoop van fosfaatrechten op tijd om knelpunten te voorkomen.
Bron: De Heus

