De provincie Noord-Brabant zet een volgende concrete stap in de uitvoering van haar vernieuwde stikstofaanpak. Gedeputeerde Staten (GS) stellen Provinciale Staten (PS) voor om de nieuwe koers door te voeren in de Omgevingsverordening. Daarmee wordt de aanpak juridisch verankerd en praktisch uitvoerbaar. De provincie kiest nadrukkelijk voor een lijn waarin natuurherstel centraal staat, maar waarbij ook rekening wordt gehouden met de investeringsruimte van veehouders.
Van vergunning naar melding
Eind oktober presenteerde de provincie haar vernieuwde stikstofbeleid, dat aansluit bij de landbouwbouwsteen zoals afgesproken door IPO, VNG, Unie van Waterschappen, NAJK en LTO. Centraal in deze werkwijze staat dat veehouders voor emissiereductie in veel gevallen kunnen volstaan met een melding in plaats van een vergunningaanvraag, mits zij aantoonbare maatregelen nemen die bijdragen aan natuurherstel.
Die maatregelen worden vervolgens vastgelegd in:
- een wijziging van de omgevingsvergunning, of
- een maatwerkbesluit, wanneer er geen vergunning is.
Hiermee koppelt Brabant stikstofreductie aan de reguliere investeringsmomenten die al sinds 2017 in het provinciaal beleid zijn vastgelegd:
- modernisering van stallen na 15 jaar (hokdieren) of 20 jaar (rundvee en melkvee),
- of aanpassing van de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld richting verbreding of natuurinclusieve landbouw.
Normen per diercategorie, differentiatie binnen melkveehouderij
In het voorstel worden stikstofnormen per diercategorie vastgelegd. Voor melkveebedrijven wordt onderscheid gemaakt tussen grotere en kleinere bedrijven. De kleinste 25% melkveebedrijven krijgen een lagere reductie-opgave, omdat hun investeringsruimte beperkter is. De provincie wil hiermee recht doen aan verschillen binnen de sector.
Daarnaast wordt een menukaart met toegestane technieken en maatregelen opgenomen. Deze lijst vormt samen met de stikstofnormen de basis voor de vergunningwijziging of het maatwerkbesluit dat veehouders ontvangen zodra ze hun maatregelen melden.
Reductiedoel: gemiddeld 46%
Volgens berekeningen van adviesbureau Pouderoyen Tonnaer kan de sector met deze aanpak een gemiddelde stikstofreductie van 46% ten opzichte van 2019 realiseren. De provincie ziet dit als een noodzakelijke stap om natuurherstel mogelijk te maken en op termijn weer ruimte te creëren voor:
- woningbouw,
- infrastructuur,
- en ontwikkeling binnen de landbouwsector.
Uit een economische analyse van Connecting Agri & Food blijkt dat de voorgestelde normen voor het grootste deel van de sector haalbaar zijn. Omdat de aanpak vernieuwend is, heeft de provincie aanvullende juridische adviezen ingewonnen.
Vervolg: besluitvorming in december
Provinciale Staten bespreken het voorstel in december 2025. Bij akkoord treedt de aangepaste Omgevingsverordening in 2026 in werking.
Bron: Brabant.nl




