Het debat en de uiteindelijke stemming over het Belastingplan 2026 leveren voor boeren en tuinders zowel positieve resultaten als nieuwe aandachtspunten op. LTO Nederland ziet belangrijke fiscale regelingen behouden blijven, maar benadrukt dat agrarische ondernemers behoefte hebben aan meer stabiliteit, voorspelbaarheid en werkbare oplossingen.
Landbouwvrijstelling behouden, maar blijft onzekerheid geven
LTO is positief dat de landbouwvrijstelling ook in 2026 blijft bestaan. De regeling is essentieel voor:
- soepele bedrijfsopvolging,
- investeringen in verduurzaming en innovatie,
- gezonde grondmobiliteit,
- en het productief benutten van cultuurgrond.
Wel waarschuwt LTO dat het blijven ter discussie stellen van deze regeling ondernemers onnodig onzeker maakt. Voor toekomstgerichte keuzes zijn rust en continuïteit in het fiscale beleid noodzakelijk.
Bovendien ziet LTO kansen in een verhoging van het budget voor MIA en Vamil, die ondernemers zouden helpen bij de financiering van duurzame investeringen. Deze verruiming ontbreekt nog.
Familiebedrijven en arbeidsmarkt: gemiste verbeteringen
De voorgestelde verruiming van de familievrijstelling in de overdrachtsbelasting haalde het niet. Volgens LTO had dit familiebedrijven kunnen versterken in een periode waarin overdracht, schaalverandering en verduurzaming veel bedrijven raken.
Ook de wijziging van de ETK-regeling (extraterritoriale kosten) baart zorgen. Doordat kosten van levensonderhoud niet langer uitgeruild mogen worden, wordt het voor agrarische werkgevers lastiger om aantrekkelijk en flexibel te blijven in arbeidsvoorwaarden.
Gevolgen voor afzet en plattelandstoerisme
Twee besluiten raken de sector direct:
- Het niet uitzonderen van pure vruchten- en fruitsappen van verbruiksbelasting. Hierdoor blijven deze producten duur voor consumenten, wat de Nederlandse fruitteeltmarkt niet helpt.
- De btw-verhoging op logies, wat ondernemers met recreatieve nevenactiviteiten – vaak een belangrijk onderdeel van het verdienmodel op het platteland – extra kosten oplevert.
Deze maatregelen drukken op zowel de afzet van Nederlandse producten als op het plattelandstoerisme, dat juist bijdraagt aan leefbaarheid en economische diversiteit.
Box 3: werkbare oplossing voor verpachte grond blijft nodig
LTO erkent dat de hervorming van box 3 ingewikkeld is, maar benadrukt dat de huidige aanpak slecht aansluit op de agrarische praktijk. Het forfaitaire rendement past niet bij het wettelijk begrensde, lage werkelijke rendement op verpachte landbouwgrond.
Daarnaast blijkt de tegenbewijsregeling in de praktijk slecht uitvoerbaar – zowel voor belastingplichtigen als voor de Belastingdienst. LTO vraagt daarom om een praktisch toepasbare, sectorgerichte oplossing die recht doet aan de realiteit op agrarische bedrijven.
Bron: LTO




