Met een gemengd bedrijf met melkvee en zeugen heeft de Achterhoekse maatschap Ten Have alles in huis om het bedrijf meer circulair te maken. Ze vergisten de beide mestsoorten en gebruiken de stroom en warmte op het eigen bedrijf. De stikstofstripper in combinatie met een mestscheider moet bovendien zorgen voor lagere mestafzetkosten en minder kunstmestaankoop. “Dit past in het plaatje van hoe men vindt dat we moeten boeren”, stelt Bart ten Have.
Bart boert samen met zijn broer Stan en ouders Erik en Imelda in Zieuwent. Ze hebben 90 koeien, 500 zeugen en 40 hectare grond. De koeien worden gemolken door twee robots en aan de zeugenkant zijn er de luchtwasser, het ventilatiesysteem en de voerapparatuur. Allemaal systemen die continu elektriciteit vragen. “We wilden meer zelfvoorzienend worden voor stroom, maar voor zonnepanelen was het net destijds niet zwaar genoeg, en voor een windmolen waait het hier te weinig”, steekt Bart van wal. Vier jaar geleden ontstond daarom het plan om de mest te gaan vergisten, en het biogas om te zetten in elektriciteit. Alleen: het gecombineerd vergisten van varkens- en rundermest was nog nooit gedaan. Het was dus een hele klus voor Rick Kanters, specialist monomestvergisting bij DLV Advies, en zijn financieel deskundige collega Tom Baak om de haalbaarheid door te rekenen. Daarvoor hebben ze mede de cijfers en ervaringen van andere veehouders gebruikt, vertelt Bart. “Tja, wij zijn nu eenmaal de eersten die het zo doen.”
Vergisten, stikstofstrippen en warmte
Inmiddels staat de vergister er, sinds begin oktober. Het strippen van de dunne fractie van het digestaat gaat goed, weten ze inmiddels. Achter de vergister hangen twee Wkk-installaties die elk 16,5 kWh kunnen leveren. De dagproductie aan kWh’s loopt geleidelijk op, maar de vergister werkt nog niet optimaal, volgens Bart. “Het werkt het beste met dagverse mest. Bij de koeien hebben we de roosters afgedicht met rubber, en is er een mestrobot die continu de mest afstort. Maar bij de zeugen hebben we nog behoorlijk oude mest zitten. Biggenmest heeft meer potentie in de vergister. Daarom zijn we nu aan het kijken of we bij de biggen ook kunnen overstappen naar een systeem van dagontmesting.” De biggenstal staat ook naast de vergister, dus dat past mooi.
Energie en warmte voor eigen bedrijf
Met de warmte van de mestvergister wordt ook de stripper opgewarmd; er is een temperatuur nodig van 55 graden om de stikstof te winnen uit de dunne fractie. De resterende warmte wordt ingezet in de biggenstal. Ook de opgewekte stroom uit biogas kan allemaal worden ingezet op het eigen bedrijf, vertelt Bart. “Ons doel is om op den duur energieneutraal te worden, en op die manier de investeringen terug te verdienen en minder afhankelijk te worden van derden.”
Prijskaartje van de vergister
Met de vergister, de scheider voor het digestaat en de stikstofstripper is in totaal (inclusief leiding- en straatwerk) een investering van 8,5 ton gemoeid. De stripper (met een prijskaartje van 2,8 ton) was voor 80 procent subsidiabel. Daarnaast is er de eerste twaalf jaar een SDE++ subsidie van ruim 31 cent per kWh zelf opgewekte elektriciteit.
Mestafzetkosten
Ook de stikstofstripper zal zichzelf uiteindelijk moeten terugbetalen, maar dat is wel afhankelijk van hoe de mestafzetkosten zich ontwikkelen. “En ik weet nu ook nog niet wat voor gehaltes er gewonnen worden, en wat er in het digestaat overblijft aan stikstof en fosfaat”, geeft Bart aan. “Ik verwacht wel dat het gauw de helft zal schelen in mestafzetkosten. En afhankelijk van de gehaltes kunnen we ook besparen op kunstmest. Maar over een jaar weet ik meer.”
‘We hebben er alle vertrouwen in’
Hoewel het een fikse investering is, heeft Bart er alle vertrouwen in. “We zijn hier vier jaar mee bezig geweest; er is goed over nagedacht. Anders zouden we het ook niet doen. Tom is altijd voorzichtig met de cijfers; hij rekent het niet te optimistisch voor. Dat is wel verstandig. En ook de bank ging snel akkoord.” De combinatie van koeien en varkens past gewoon heel mooi in dit verhaal, meent Bart: “We hebben een constante stroomopwekking en ook een constante afname.”
Bron: DLV Advies




