Tijdens een drukbezocht seminar in Den Haag riep bestuurslid Matthijs Visser van burgercoöperatie Land van Ons de overheid op om verantwoordelijkheid te nemen voor de grondmarkt. “Wij laten in het klein zien dat het anders kan”, zegt hij. “Maar voor een echte kentering is beleid nodig. Zonder actief grondbeleid blijft het dweilen met de kraan open.”
Een boerenland vol leven
Visser startte zijn verhaal met een stukje ontstaansgeschiedenis van Land van Ons. De burgercoöperatie is opgericht om agrariërs die duurzaam willen boeren aan grond te helpen. “We zijn 5 jaar geleden gestart vanwege zorgen over de verdwijnende biodiversiteit, frustratie over een overheid die geen duurzame verbeteringen weet te realiseren en erkenning voor de boeren die cruciaal zijn voor een levend landschap.”
In vijf jaar tijd heeft Land van Ons 27 percelen in beheer gekregen, verspreid over heel Nederland. “Onze leden leggen geld in, wij kopen grond aan en verpachten die aan biologische en natuurinclusieve boeren”, legt Visser uit. “Met ruim 300 vrijwilligers bouwen we bruggen tussen boeren en burgers. Het werkt, we zien het dagelijks op onze percelen.”
Land van Ons zegt niet op te treden als concurrent van agrariërs op de al zo overspannen grondmarkt. Ze wil juist fungeren als smeermiddel. Zo werd eerder tijdens het seminar verteld dat de coöperatie recent een akkerbouwer heeft geholpen met de bedrijfsovername. De bedrijfsopvolger kreeg de financiering van de grond namelijk niet rond. Na overleg kocht Land van Ons de grond en verpacht deze nu aan de jonge akkerbouwer.
“Zonder beleid geen toekomst”
Visser is kritisch over de rol van de overheid op de grondmarkt. “We laten zien dat het kán, maar de overheid blijft afwezig. Zonder beleid geen verbetering van de biodiversiteit, geen herstel van het cultuurlandschap, geen 10 procent biologische landbouw in 2030 en zeker geen oplossing voor het stikstofprobleem”, stelt hij. Volgens Visser zorgt het gebrek aan duidelijk beleid voor groeiende onzekerheid, vooral bij jonge boeren. “Jonge boeren zijn niet gek”, zegt hij met nadruk. “Ook zij zien de maatschappelijke problemen. Maar als de overheid geen keuzes maakt, haken ze af. Geen beleid is stilstand, en stilstand is achteruitgang.”
De recente politieke ontwikkelingen stemmen hem weinig hoopvol. “Het Nationaal Programma Landelijk Gebied en het Transitiefonds zijn feitelijk gesneuveld”, stelde hij. “Er lag 21 miljard euro klaar voor de toekomst van de landbouw, maar het is blijven steken in vergaderingen en commissies. Een overheid die niet stuurt, lost geen problemen op.”
Bijzonder scherp was Visser over de zogenoemde uitkoopregelingen. “Dat woord is eigenlijk misleidend”, stelt hij. “Er wordt niet écht uitgekocht, maar fors betaald voor verkregen milieurechten. De boer die stopt houdt zijn grond en kan die verpachten aan bijvoorbeeld een lelieteler. En is dat nou zo goed voor de waterkwaliteit en biodiversiteit?” Volgens Visser vergroot dit het probleem in plaats van het op te lossen. “Diezelfde boer kan met overheidsgeld zelfs extra grond kopen, waardoor die nóg verder buiten bereik komt van jonge boeren.”
Een actieve overheid: de grondbank als sleutel
Toch ziet Visser ook kansen. “Er is politieke beweging”, zegt hij optimistisch. “Steeds meer partijen erkennen het belang van duurzaamheid, biodiversiteit en actief grondbeleid. Nu is het tijd om door te pakken.”
Land van Ons pleit voor de oprichting van regionale grondbanken, onder nationale regie. Daarin zou alle landbouwgrond die eigendom is van de overheid moeten worden ondergebracht.
“Die grondbanken kunnen grond uitgeven met maatschappelijke doelen voor ogen”, aldus Visser. “Denk aan jonge boeren die nu geen toegang hebben tot grond, maar ook aan natuurontwikkeling, waterveiligheid en landschapsherstel.”
Om de grondbanken te vullen stelt Visser een ‘voorkeursrecht voor de overheid’ voor. “De overheid hoeft niet te onteigenen of mee te bieden op de grondmarkt”, zegt hij. “Ze kan simpelweg de plaats innemen van een koper, tegen de al overeengekomen prijs. Zo kun je gericht grond aankopen zonder de prijzen verder op te drijven.”
“Het werkt en wij doen het al”
De kracht van Land van Ons zit volgens Visser in het doen. “Wij laten concreet zien dat actief grondbeleid wérkt. Het vergroot de biodiversiteit, geeft perspectief aan jonge boeren en verbindt stad en platteland.”
Uit een onderzoek dat Land van Ons door Prosu heeft laten uitvoeren blijkt dat veel jonge boeren positief staan tegenover duurzame landbouw en de mogelijkheden van grondruil via ruilverkaveling en een grondbank. “Er is wil, er is kennis en er is energie. Wat ontbreekt, is een overheid die meedoet.”
Visser besluit zijn verhaal met een oproep tot samenwerking: “Wij gaan door met onze missie voor een boerenland vol leven. Maar het is tijd dat de overheid niet langer toekijkt, maar mee gaat doen. Niet alles hoeft van bovenaf, maar zónder beleid blijven we aanmodderen. Wij laten zien dat het anders kan. Nu is het aan de politiek om dat op te pakken.”
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Beeldarchief Prosu B.V.