FrieslandCampina is op 8 juli 2024 officieel toegetreden tot het ReFerm consortium. ReFerm richt zich op het verduurzamen van de Nederlandse (melk)veehouderij. Met verschillende partijen in de keten werkt ReFerm aan een werkbare en kosteneffectieve oplossing voor het stikstof- en broeikasgasemissiesvraagstuk.
Wat doet het ReFerm consortium?
ReFerm ontwikkelt een totaalconcept waarbij maximale reductie plaatsvindt van zowel ammoniak als methaan terwijl tegelijkertijd groen gas, elektriciteit en kunstmestvervanger wordt geproduceerd. Dat is mogelijk doordat binnen het concept toepassing van emissiearme stalvloeren, monomestvergisting en stikstofterugwinning onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Naast FrieslandCampina is ook Rabobank toegetreden, waarmee het consortium nu in totaal 19 partners telt.
Kennisdeling tussen melkveehouders
FrieslandCampina is al sinds 2016 actief op monomestvergisting en samen met leden-melkveehouders hebben we veel kennis en ervaring opgebouwd die we als consortiumpartner zullen inbrengen. Daarnaast faciliteert FrieslandCampina kennisdeling tussen melkveehouders door middel van bijvoorbeeld workshops en studiegroepen.
Sanne Griffioen (Director Farm Sustainability FrieslandCampina): “Als coöperatie begrijpen we als geen ander dat je verder komt wanneer je krachten bundelt. We zijn dan ook enthousiast over onze toetreding tot het consortium. We kijken er naar uit om met de leden en de andere partners verder te bouwen aan een toekomstbestendige sector die goede voeding biedt in balans met de planeet.”
Doelen van ReFerm
Sietse Draaijer, Consortium manager bij ReFerm: ‘’Een aantal doelstellingen van Referm zijn het versnellen van vergunningverlening, inzicht krijgen en leren van bestaande vergisters, en randvoorwaarden scheppen voor een robuust verdienmodel. Zowel Rabobank als FrieslandCampina zijn waardevolle partners om deze doelen te bereiken. Daarnaast zijn beide partijen coöperaties van oorsprong en zit het bundelen van krachten in hun DNA. We zijn blij met de toetreding van beide partijen en gaan gedreven aan de slag om de sector verder te helpen.”
Bron: FrieslandCampina