LTO Nederland ziet in het concept van het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (APN) een eerste stap richting de noodzakelijke omslag naar doelsturing. Deze koerswijziging, waar LTO zich al jaren hard voor maakt, biedt perspectief op een effectiever mestbeleid met meer ruimte voor vakmanschap en maatwerk. Tegelijkertijd roept het concept-8e APN op cruciale onderdelen nog veel vragen op en bevat het generieke maatregelen die onvoldoende zijn afgestemd op de praktijk van agrarische ondernemers.
LTO heeft daarom een reactie ingediend op de internetconsultatie over het concept-8e APN. LTO roept het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) op om bij de definitieve vaststelling van het 8e APN rekening te houden met deze zorgen en de voorstellen van LTO nadrukkelijk mee te nemen.
Ruimte voor doelsturing vraagt om heldere randvoorwaarden
De richting naar perceelspecifieke doelsturing op basis van indicatoren N-mineraalmetingen (en nog te onderzoeken en ontwikkelen N-stikstofbodemoverschot) juicht LTO toe. Maar zonder meetprotocol (als meetinstructie), duidelijke streefwaarden en juridische borging blijft de invulling van doelsturing op dit moment nog ongewis. De ruimte voor ondernemers komt pas tot zijn recht wanneer het ministerie tijdig duidelijkheid biedt over de invulling, beoordeling en uitzonderingen die bij doelsturing horen.
Generieke maatregelen tasten draagvlak aan
Naast de positieve lijn richting doelsturing bevat het concept-APN een reeks generieke maatregelen die diep ingrijpen in de bedrijfsvoering. Voorbeelden hiervan zijn de voorgenomen aanwijzing van aandachtsgebieden en de actualisatie van stikstofgebruiksnormen. Over beide maatregelen ontbreekt op dit moment nog essentiële informatie, waardoor ondernemers onvoldoende duidelijkheid hebben over de impact op hun bedrijfsvoering.
Met name de actualisatie van de stikstofgebruiksnormen roept veel vragen op, mede doordat het bijbehorende advies van de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) nog niet is gepubliceerd. Zonder deze informatie is het lastig voor ondernemers om tijdig en verantwoord te anticiperen op de nieuwe regels.
Positief is dat binnen de aandachtsgebieden voortaan onderscheid is gemaakt tussen gebieden met een stikstof- en fosforprobleem en gebieden waar alleen een fosforprobleem speelt. Hierdoor zijn onnodige stikstofkortingen voorkomen in gebieden waar dat milieukundig niet nodig is, wat bijdraagt aan een beter onderbouwd en evenwichtiger beleid, aldus LTO.
Oproep tot realistische uitwerking
LTO roept het ministerie op om de ingezette lijn naar doelsturing vast te houden, maar deze wel consequent, werkbaar en juridisch houdbaar uit te werken. Daarbij hoort ook het heroverwegen van maatregelen waarvan de effecten nog niet bewezen zijn. Alleen dan ontstaat er beleid dat effectief is en bijdraagt aan de doelen én haalbaar voor de ondernemer is.
Bron: LTO Nederland