De afgelopen maanden stelden medewerkers van het callcenter van Prosu BV, de uitgever van Melkveebedrijf, aan melkveehouders de vraag ‘Verbouwt u eigen krachtvoer?’ Van de 1.289 ondervraagden antwoordden 191 bevestigend op deze vraag. Van de ondervraagden teelt dus zo’n 15 procent eigen krachtvoer. Maar een rondje langs de bedrijven leert dat de definitie van krachtvoer niet overal hetzelfde is.
De teelt van eigen krachtvoer, zoals granen of veldbonen is de laatste jaren populairder geworden. Het GLB, wat teeltdiversificatie beloont en maatregelen die passen binnen kringlooplandbouw stimuleert, is hier één van de drijvende krachten achter. Zelf krachtvoer telen maakt een veehouder minder afhankelijk van import van bijvoorbeeld soja en dat doet het goed richting de maatschappij en het verlaagt de ecologische voetafdruk van melk. Bepaalde gewassen hebben ook nog eens een positief effect op de bodem. Vlinderbloemigen bijvoorbeeld, halen stikstof uit de lucht en verbeteren zo de bodemvruchtbaarheid.
Niet voor iedereen weggelegd
Teelt van eigen krachtvoer brengt nog wel uitdagingen met zich mee, zo blijkt uit reacties van telers. Nieuwe teelten brengen nieuwe ziekten en plagen met zich mee. Extra teeltkennis is dus belangrijk, evenals anderssoortige mechanisatie, voor de teler zelf of voor de loonwerker. Daarbij is het ook belangrijk het geoogste product goed op te slaan om kwaliteitsverlies of bederf te voorkomen. Zelf geteelde producten hebben niet altijd een even constante voederwaarde als aangekochte, in de fabriek uitgebalanceerde krachtvoeders. Wisselende productsamenstelling en daarmee risico op schommelingen in de productie liggen daardoor op de loer.
“Gras is voor mij krachtvoer”
Teelt van eigen krachtvoer is een ontwikkeling die in Nederland nog de nodige tijd vraagt. Daarbij lijkt er ook een dunne scheidslijn te zijn tussen krachtvoer en ruwvoer. Melkveehouder Martijn te Brake uit Winterswijk-Meddo bijvoorbeeld, vindt dat hij met gras krachtvoer teelt. “Als mijn koeien buiten lopen, is gras ook krachtvoer. Zeker nu. Deze zomer zijn onze percelen door de droogte wat kaal geweest, maar nu zijn ze weer mooi groen. Ik weet zeker dat in dat jonge gras veel eiwit zit. Voordeel van gras is ook nog eens dat je er zo 20 jaar van kan oogsten. Andere gewassen moet je elk jaar opnieuw inzaaien. Dat kan nooit uit. Doe mij maar gras!”
Verbouw van eigen krachtvoer
Dit onderzoek naar het verbouwen van eigen krachtvoer is uitgevoerd door Prosu, het data- en mediabedrijf achter het vakblad Melkveebedrijf. Naast de uitgeverij beschikt Prosu over een uitgebreide database met informatie van melkveehouders in Nederland en België. Tussen april en september is aan melkveehouders in de interviews onder andere gevraagd om te reageren op de vraag ‘Verbouwt u eigen krachtvoer?’ Een groep van 1.289 melkveehouders werkte mee aan dit telefonische onderzoek van Prosu. Op de vraag antwoordden 191 melkveehouders, dat is 15 procent, ‘ja’. 1.089 van de melkveehouders (85 procent) verbouwt zelf geen krachtvoer.

Bron: Nationale Agrarische Database, Prosu BV.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: beeldarchief Prosu BV





