Gele erwten vragen om een lage input, en geven hier extra punten in het GLB én een mooi eiwitrijk product voor terug, wat als krachtvoer kan worden ingezet. Op de veldbijeenkomst Gele Erwtenteelt van Limagrain, begin juli, namen we een kijkje op een perceel met gele erwten in Geesbrug en kregen we tips voor deze teelt in de praktijk.
In de jaren ’50 was de gele erwtenteelt één van de grotere teelten in Nederland. In de opvolgende jaren verdween deze teelt echter van steeds meer percelen. Met de opkomst van mechanisatie werden andere teelten namelijk interessanter en gemakkelijker toepasbaar. Rond 1980 was er nog een piekje in het areaal te zien door ondersteuning vanuit de overheid, maar daarna stortte de teelt weer in.
De afgelopen tien jaar heeft de erwtenteelt echter een flinke groei gemaakt van 200 naar 1500 hectare. Dit komt onder andere door de ecoregelingen in het GLB, die eiwitrijke gewasseninteressanter maken. Daarnaast kwamen er nieuwe rassen beschikbaar met een hogere opbrengstpotentie, en is er aan de consumentenkant steeds meer vraag naar eiwitrijke producten. Maar ook in de GPS-oogst, in een mengteelt met granen, kan het als krachtvoer en ruwvoer worden ingezet.
Lage input
Het gewas wordt op een diepte van ongeveer vier à vijf centimeter gezaaid, volvelds of in rijen. Het zaaibed is vergelijkbaar met zomergranen. “De grondsoort maakt hierbij niet zoveel uit, maar vooral de kwaliteit van de grond bepaalt in hoeverre de teelt succesvol is”, vertelt Martijn van Overveld, Productmanager bij Limagrain.
Het is hierbij van belang dat de bodemstructuur en waterhuishouding op orde zijn, zodat het gewas goed weg kan groeien en mooie peulen vormt. De minimale pH ligt op 5,2 op zandgronden en op klei nog wat hoger. Een pH van 6,0 is dan ook het geadviseerde minimum op kleigrond voor een goede ontwikkeling van stikstofknolletjes.
Een drijfmestgift voor de teelt is in dit geval niet nodig. Zo wordt een hoge stikstofnalevering, en daarmee het risico op luie stikstofknolletjes, voorkomen. Een basisbemesting met kali, eventueel aangevuld met fosfaat, volstaat.
Teelt in praktijk
De bijeenkomst wordt georganiseerd aan de rand van het gele erwtenperceel van Ludwig Oevermans. Oevermans is akkerbouwer en teeltspecialist Noord-Nederland bij Limagrain. Hij teelt voor het tweede jaar op rij gele erwten en koos dit jaar voor het ras LG Corvet: een gele erwt met een korte bloeiduur, wat zorgt voor een regelmatige peulontwikkeling.
Dit zorgt voor een hoge opbrengstpotentie van meer dan zes ton per hectare, en een eiwitgehalte van 22 tot 25 procent.
Naderende oogst
Op dit perceel op lichte zandgrond zijn de gele erwten op 18 maart gezaaid. Op het moment van de bijeenkomst, begin juli, is het gewas in het afrijpende stadium. Naar verwachting kan er met twee à drie weken droog worden gedorst, wanneer de onderste peulen een perkamentachtige kleur krijgen en het vochtpercentage rond de vijftien procent ligt. Een spannend moment voor de teler.
“Goed oogsten, met zo min mogelijk verliezen, is voor ons op dit moment de grootste uitdaging”, vertelt Oevermans. “Gele erwten groeien nogal weelderig. De takken wikkelen helemaal in elkaar. Als je dan aan de ene kant van het perceel begint, kun je zien dat je verderop ook aan de stammen trekt.”
De haspel van de combine zo hoog mogelijk zetten is dan ook het advies van de teler. Daarnaast is vorig jaar gebleken dat aandacht schenken aan een vlak zaaibed duidelijk zijn vruchten afwerpt tijdens de oogst. “Als je zaaibed niet helemaal vlak is, dan sla je jezelf tijdens de oogst voor de kop. Dan gaat de machine namelijk al snel zand happen.”
Drie bespuitingen
Dit perceel heeft dit seizoen in totaal drie bespuitingen gekregen: een bodemherbicide voor opkomst, Basagran als contactherbicide na opkomst, en een preventieve bespuiting tegen de schimmelziekte Botrytis. Daarnaast kan er in de gele erwtenteelt nog wel eens aantasting optreden door de bladrandkever, waarbij de larven de stikstofknolletjes aantasten en zomaar een derde van de opkomst kan kosten.
Ook kunnen de larven van de, minder vaak voorkomende erwtenpeulboorder, zich vestigen in de peulen. Dit jaar is de teler deze plagen gelukkig niet tegengekomen op het perceel. Net als andere plagen als kraaien en muizen, die kunnen worden aangetrokken door gemorst zaaizaad, waren niet aanwezig.
Onkruidbestrijding
Er op tijd bij zijn met onkruidbestrijding is volgens de gele erwtenteler een must. Eventueel kan er in het begin van de teelt mechanische onkruidbestrijding worden uitgevoerd, wanneer er in rijen is gezaaid, maar wanneer het gewas eenmaal dicht staat, is dat niet meer nodig.
“Veldbonen hebben we eerder geteeld, maar dit gewas is veel bewerkelijker. Het vraagt om minder input en je hebt minder problemen met onkruid”, laat Oevermans weten. “Qua saldo is het ongeveer vergelijkbaar met gerst, maar daar komen ook nog de premies uit het GLB bovenop.”
Krachtvoer of ruwvoer
Maar ook als krachtvoer hebben gele erwten mooie waardes: 1200 VEM, 45 procent zetmeel en 20 tot 25 procent eiwit, waarbij het goed verteerbaar is. “Het is een mooi product als zijnde krachtvoer. Er is makkelijk mee te rekenen”, aldus Oevermans.
“Het stro is wat stoffig, maar neemt goed vocht op. Je zou het stro ook kunnen opvoeren, bijvoorbeeld als structuurbron in een melkveerantsoen, want het is smakelijk en structuurrijk.” Voor de GPS-oogst als ruwvoer kan het gewas met een cyclomaaier op zwad worden gemaaid en vervolgens met een hakselaar worden opgeraapt.
Ook is het mogelijk om in een werkgang met een maaibalk voorop de hakselaar over het perceel te gaan.
Tekst: Kim Sjoers
Beeld: Kim Sjoers en Ludwig Oevermans