De invoering van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Dierwaardige Veehouderij komt steeds dichterbij. De ontwerp-AMvB ligt momenteel ter inzage en is open voor internetconsultatie. Reageren is dus nog mogelijk. Pas nadat de reacties zijn verwerkt en het parlement zich over het voorstel heeft gebogen, kan de AMvB officieel worden vastgesteld.
Als het voorstel in zijn huidige vorm wordt doorgezet, krijgen veehouders – waaronder melkvee-, pluimvee-, varkens- en kalverhouders – te maken met ingrijpende nieuwe eisen op het gebied van huisvesting, dierwelzijn en leefruimte. Deze veranderingen zijn niet vrijblijvend: ze vragen om investeringen, fysieke aanpassingen aan de stal en in sommige gevallen een beperking van het aantal dieren. Voor nieuwbouwlocaties zullen bepaalde verplichtingen al vanaf 2027 van kracht zijn.
Wat verandert er voor melkvee- en kalverhouders?
Volgens Philip Frederiks, projectleider Bouw bij DLV Advies, beseffen veel ondernemers nog niet volledig wat hen te wachten staat. “Het gaat verder dan een extra borstel of wat extra ruimte. Voor veel bedrijven zijn fundamentele keuzes nodig. En dat begint met inzicht in de huidige situatie.”
De AMvB stelt een reeks eisen vast die in fases worden ingevoerd. Hieronder de belangrijkste voor melkvee- en kalverhouders:
1. Kalverhuisvesting
- Kalveren mogen vanaf 14 dagen niet meer individueel worden gehuisvest.
- Het voorstel is dat kalveren minimaal 28 dagen op het melkveebedrijf blijven.
- Individuele huisvesting in de eerste levensweken mag alleen als er per 2027 minimaal 1,5 m² per kalf beschikbaar is.
- Veel bestaande eenlingboxen voldoen niet aan deze norm.
- Vanaf 2030 moeten kalveren de eerste zes weken melk krijgen via een speen.
2. Lig- en vreetplekken
- Elke koe moet een eigen ligplek hebben, passend bij haar grootte.
- Deze verplichting geldt voor nieuwbouw vanaf 2027 en wordt vanaf 2030 ook van kracht voor bestaande stallen.
- Over vreetplekken is nog veel onduidelijk. De AMvB spreekt van ‘voldoende’, maar zonder norm. Nadere invulling moet volgen via een zogeheten Gids voor Goede Praktijken (GGP).
3. Schuurmogelijkheden en afkalfvoorzieningen
- Voor alle diergroepen moet een mogelijkheid tot schuren beschikbaar zijn – ook voor droge koeien en kalveren.
- Kalveren moeten vanaf dag 14 toegang hebben tot een schuurmogelijkheid zodra ze groepsgewijs worden gehuisvest.
- Er moet een aparte ruimte zijn voor het afkalven, met voldoende bewegingsvrijheid, comfortabele ondergrond en contactmogelijkheden met soortgenoten.
4. Meer leefruimte per dier
- Vanaf 2040 wordt de minimale oppervlakte voor melkgevende en droogstaande koeien 9 m² per dier.
Wat zijn de financiële gevolgen?
De ruimtelijke eisen brengen aanzienlijke kosten met zich mee. Onderzoek van Connecting Agri & Food en Wageningen Economic Research laat zien dat de meerkosten voor een gemiddeld melkveebedrijf met 120 koeien kunnen oplopen tot €33.000 tot €60.000 per jaar.
Moet het aantal dieren worden teruggebracht omdat uitbreiding van de stal niet mogelijk is, dan loopt het inkomensverlies mogelijk op tot €100.000 per jaar. In een extreem scenario – het realiseren van een vrijloopstal binnen bestaande ruimte – zou de veestapel met 62% moeten krimpen, met een opbrengstderving van ruim €135.000 per jaar als gevolg.
Wat kunt u nu doen?
Hoewel het om een ontwerp-AMvB gaat, is de richting duidelijk. Wachten op definitieve verplichtingen is risicovol, zeker gezien de huidige uitdagingen rond vergunningverlening en stikstofwetgeving.
Actie ondernemen begint met inzicht. Breng uw huidige situatie in kaart:
- Hoeveel ruimte is er per dier?
- Zijn er voldoende lig- en vreetplekken?
- Hoe is de kalverhuisvesting geregeld?
Bekijk vervolgens wat binnen uw bedrijf mogelijk is aan aanpassingen of uitbreiding. Houd daarbij rekening met de praktische uitvoerbaarheid, vergunningsruimte, stikstofregels en vooral met uw toekomstvisie.
De adviseurs van DLV Advies staan klaar om u hierin te begeleiden – technisch, bouwkundig, financieel én strategisch. De AMvB vraagt namelijk meer dan voldoen aan wetgeving; het vraagt om keuzes die passen bij een toekomstbestendig melkveebedrijf.
Bron: DLV Advies
Beeld: ter illustratie