“Hoe meer boeren er in Nederland verdwijnen, hoe meer we inleveren op voedselzekerheid en -kwaliteit”, zo luidt de boodschap van de vijftiende boerinnenkalender en achtste boerenkalender. Ieder jaar ontvangt de organisatie honderden aanmeldingen van agrariërs met uiteenlopende motivaties voor deelname. Sommigen willen simpelweg een mooie foto voor later, anderen zien de jaarlijkse uitgaven ook als een spreekbuis.
De aandacht die met poses wordt verworven, kan zodoende zinvol benut worden. Nu steeds meer boeren vrijwillig of noodgedwongen stoppen, vragen de uitgever en enkele kalendermodellen aandacht voor de voedselzekerheid en -onafhankelijkheid.
Onzekerheid en onbegrip
“Ik zit al in de maatschap met mijn ouders en wil heel graag boer wil blijven, maar ik maak me zorgen over de toekomst. Je durft nu bijna niet te investeren, omdat je niet weet hoe de situatie over 10 jaar zal zijn. Zo gaan er ook al geruchten rond dat er gebieden bij ons op slot gaan, omdat ze nog als naturagebied aangewezen gaan worden”, vertelt Wybe uit Hemelum die op de boerenkalender van 2026 prijkt. Voormalig provinciegenoot Marije, die op de nieuwe boerinnenkalender schittert, is onlangs geëmigreerd: “Door de stikstofregeling is het als kleine boer in Nederland niet meer haalbaar om te groeien. Daarom hebben mijn partner en ik ervoor gekozen ons bedrijf in Zweden op te zetten.”
Kalenderproducent Stef Bloo en projectleidster Vesta Kauffman begrijpen de onvrede: “In het buitenland kijkt men met jaloezie en bewondering naar onze bloemen- en voedselproductie, maar in eigen land lijkt de waardering minimaal”, aldus Bloo. “We moeten onze boeren koesteren. Nederland loopt op agrarisch gebied in veel opzichten wereldwijd voorop. Waarom gaan we dan steeds meer voedsel importeren uit landen waar er veelal lagere eisen worden gesteld aan kwaliteit, duurzaamheid, dierenwelzijn en emissies?” vult Kauffman aan.
Oplossingsgericht omdenken
De stikstofreductie voelt voor Bloo meer aan als ‘een instrument om boeren uit te kopen’ dan een daadwerkelijke oplossing voor het bredere milieuvraagstuk: “Want als wij meer voedsel moeten importeren, brengen productie en transport in het buitenland óók emissies met zich mee. Waarom zien we op Europese schaal Nederland met haar vruchtbare grond en innovaties niet veel meer als één van de betere landbouwregio’s van Europa? De stikstofeisen zouden internationaal beoordeeld moeten worden op productie-efficiëntie, -potentieel en -kwaliteit, in plaats van enkel nationaal. En naast de hele stikstofkwestie hebben we het ook over onze eigen voedselzekerheid. Hoe meer we importeren, hoe afhankelijker we worden.”
Kalendermodel Teunis-Jan uit Zeeland wil om dezelfde redenen met zijn deelname vooral de ‘korte keten’ promoten. Maar er zijn ook kalendermodellen die hun business model omgooien naar aanleiding van alle ontwikkelingen. Zo heeft de Brabantse Youri zijn koeien verruild voor waterbuffels en helpen de Overijsselse zusjes Kylie en Mandy tegenwoordig mee met de boerderijwinkel en -camping die hun ouders op het erf hebben gerealiseerd.
Kalenderlancering en verkiezing
De 27 agrariërs die dit jaar uit honderden aanmeldingen zijn geselecteerd voor de populaire pin-up kalenders, worden op 4 oktober a.s. gepresenteerd aan pers en publiek. Bij ‘Lampe’ in Raalte worden hun rondes op de catwalk opgevolgd door muziek van DJ J’roen, Boer Bennie en Boerin Anna. De kalendermodellen kunnen dan alvast wennen aan de spotlights, want op 18 oktober zullen ze wederom het podium betreden. Dan vindt de jaarlijkse ‘Miss Boerin Verkiezing’ plaats bij het festival ‘Høken & Hakselen’ in Loosbroek.
Bron: Boeren & Boerinnenkalender