Terwijl in Nederland de stikstofdepositie in natuurgebieden leidt tot rechtszaken en problemen in de vergunningverlening, heeft Duitsland met een ander stikstofprobleem te maken: op te veel plekken worden te hoge nitraatconcentraties in grondwater gemeten. Vanuit de Europese Commissie en recente rechtszaken, aangespannen door milieu-NGO’s én boeren, is de druk om te handelen hoog.
Nitraat in grondwater heeft hoofdzakelijk een agrarische oorsprong. In regio’s met een hoge veedichtheid is de bemesting met name in de periode 1970-1990 sterk toegenomen. Stikstofoverschotten op landbouwgrond namen toe, en dat leidde tot uitspoeling van nitraat naar het grondwater. In Duitsland wordt circa 70% van het drinkwater uit grondwater gewonnen, en te veel nitraat in drinkwater is een risico voor de volksgezondheid.
50 milligram
Om grondwater tegen een te hoog nitraatgehalte te beschermen, en daarmee bruikbaar te houden voor drinkwaterwinning, is in 1991 de Europese Nitraatrichtlijn opgesteld. Vanaf 1993 geldt een Europees maximum van 50mg/l nitraat in grondwater, en is voor lidstaten beleid verplicht, met monitoring, actieprogramma’s en (mest)wetgeving.
Volgens het meest recente Duitse Nitraatbericht (2024) werd bij ruim 1 op de 4 (25,6%) meetpunten de Europees afgesproken bovengrens van 50mg/l grondwater overschreden. Dat was slechts een geringe verbetering ten opzichte van 2012 (28,3%). De gemiddelde nitraatconcentratie was op die meetpunten 98,0mg/l, bijna twee keer het Europees gestelde maximum.

Duitse drinkwaterbedrijven slaan alarm
Volgens Duitse wetgeving mag het nitraatgehalte in drinkwater eveneens de 50mg/l niet overstijgen. Vanaf 37,5mg/l zijn drinkwaterbedrijven verplicht maatregelen te nemen om het nitraatgehalte in het drinkwater terug te dringen. Drinkwaterbedrijven in Duitsland hebben gezamenlijk onderzoek uit laten voeren naar de nitraatsituatie in Duitsland en slaan om meerdere redenen alarm.
Drinkwaterbedrijven waarschuwen voor de nitraatoverschrijdingen zelf, maar ook omdat het in 35% van de drinkwaterbronnen 30 tot 50 jaar duurt voordat uitgespoeld nitraat het drinkwater bereikt. Op die plekken zou het stikstofoverschot uit de jaren 1970-1990 dus nog maar net in het drinkwater aankomen. Bovendien hebben deskundigen vastgesteld dat in grote delen van Duitsland het nitraat-afbouwend vermogen (denitrificatie) van bodems sterk afneemt, waardoor nitraatuitspoeling verder dreigt toe te nemen.

Rechtszaken: Duitsland doet te weinig
Volgens een onderzoek uit 2017 schatten drinkwaterbedrijven in dat nitraatmaatregelen tot een stijging van drinkwaterkosten voor huishoudens van 20% tot ruim 60% kan leiden. Uit hetzelfde onderzoek bleek dat toen al jaarlijks circa 140.000€ per waterwingebied uitgegeven werd aan nitraatmaatregelen. Ongeveer driekwart daarvan werd geïnvesteerd in preventieve maatregelen, zoals vrijwillige maatregelen door boeren en het aankopen van land.
Voor preventieve maatregelen is ook inzet van overheden nodig, en daartoe roepen de drinkwaterbedrijven op, ook met rechtszaken. Aanscherpingen in het mestbeleid en de ontwikkeling van goede landbouwkundige praktijken hebben er sinds 1990 toe geleid dat nationaal gezien het stikstofoverschot is gehalveerd (afbeelding).
Echter, vanwege de aanhoudende overschrijding van nitraatgehalten in grondwater klagen drinkwaterbedrijven en milieuorganisaties, verenigd in het nationale “Nitratinitiative”, al jarenlang de nationale en regionale overheden aan voor het niet voldoen aan de Nitraatrichtlijn. Op 6 maart j.l. heeft de hoogste bestuursrechtbank in hun voordeel geoordeeld dat de deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen te weinig doen aan de te hoge nitraatgehalten in het stroomgebied van de Eems, dat deels in Nederland ligt. Op 8 oktober j.l. oordeelde dezelfde rechtbank dat ook de nationale overheid het bestaande nitraatbeleid moet verbeteren met een Actieprogramma Nitraatrichtlijn.

Meer “Verursacherprinzip”
Tegelijkertijd hebben boeren bestaand nitraatbeleid eveneens tot in de hoogste bestuursrechtbank aangevochten. De rechter oordeelde op 24 oktober jl. in hun voordeel dat de nationale aanwijzing van met nutriënten verontreinigde gebieden (“Rote Gebiete”) onrechtmatig is geweest, en dat de meetmethode om tot dergelijke gebiedsaanwijzingen te komen verbeterd moet worden.
Zowel vanuit de boeren als vanuit de drinkwaterbedrijven wordt de oproep luider om gedifferentieerder te kijken naar waar de nitraatbelasting van het grondwater vandaan komt, het zogenoemde “Verursacherprinzip”. Boeren willen het zo juridisch mogelijk maken dat zij aan kunnen tonen dat ze grondwater niet belasten, en op basis daarvan vrijgesteld kunnen worden van mestbeperkingen. Drinkwaterbedrijven willen juist dat het mogelijk wordt om vervuiling op bedrijfsniveau aan te kunnen pakken. De agrosector is hier geen voorstander van en maakt zich zorgen om de privacy van bedrijfsgegevens.
De roep om een aanpak waarbij vanuit de ondernemer wordt gekeken hoe nitraatdoelen gehaald kunnen worden is in Duitsland nog nooit zo sterk geweest als nu. De komende tijd moet blijken of dat in beleid kan worden omgezet.
De Europese Commissie kijkt mee
De Europese Commissie heeft al in 2013 een inbreukprocedure tegen Duitsland gestart vanwege het niet naleven van de Nitraatrichtlijn. Toen in 2022 hoge boetes dreigden, heeft de Duitse regering verschillende aanpassingen in het mestrecht doorgevoerd, zoals een langer uitrijverbod in de winter en een uitgebreidere monitoring van mineralenbalansen.
Uiteindelijk leidde de aanwijzing van met nutriënten verontreinigde gebieden er toe dat de Europese Commissie in 2023 de inbreukprocedure beëindigde. Met de rechtspraak van 24 oktober jl. heeft de hoogste bestuursrechtbank van Duitsland deze aanwijzing echter weer ingetrokken. Zo is de druk niet alleen vanuit de boeren en drinkwaterbedrijven hoog, maar kijkt ook de Europese Commissie mee naar wat Duitsland de komende tijd gaat doen om haar stikstofprobleem op te lossen.
Bron: Agroberichten Buitenland




