Op cruciale momenten de koeien in het vizier hebben, zonder zelf de hele dag in de stal te hoeven zijn. Dat is waar de melkveehouders Andries en Jesse Wijbenga uit Hantumhuizen naar op zoek waren. Ze kwamen uit bij het monitoringssysteem van smaXtec en dat bevalt heel goed. “Je ziet alles. We beperken daardoor de faalmomenten en dat geeft extra rendement”, stelt Andries.
Vanuit het kantoor in de stal van melkveebedrijf Wijbenga kijk je door het grote raam rechtstreeks in het afkalfhok. De melkveehouders Andries en zijn zoon Jesse Wijbenga hoeven echter niet de hele dag door het raam te kijken om te weten wanneer er een koe gaat afkalven. Dat hebben ze namelijk al lang gezien op de telefoon of op de computer. De ongeveer 300 melkkoeien en het geïnsemineerde jongvee hebben allemaal een smaXtec-bolus in de netmaag. Deze bolus meet continu de lichaamstemperatuur, de drinkwateropname, de activiteit en de herkauwactiviteit van de koe. Op basis van deze gegevens weet het smaXtec-systeem precies wat de koe aan het doen is en deelt deze informatie met de veehouder. Zo ook rond afkalven.
De afkalfmelding werkt als volgt: vijftien uur voor afkalven is een typische daling van de temperatuur te zien en krijgt de melkveehouder een seintje. Ideaal, volgens Andries Wijbenga. “Eerder kwam ik in de stal en zag ik dat er een koe gekalfd had. Idealiter krijgt het kalf dan meteen biest. Dat hebben we ingevroren in de vriezer zitten, dus moet het eerst ontdooid worden. Dan loop je eigenlijk al achter de feiten aan en soms schiet een tijdige biestgift er dan bij in. Nu krijg ik een melding dat er een koe gaat afkalven en zet ik meteen biest op. Als het kalf er is, heb ik de biest klaar staan. Dit geeft zoveel meer rust.”
De melkveehouders hebben veel profijt van smaXtec rond het afkalven. Niet alleen als het gaat om het in beeld hebben van het afkalfmoment zelf, maar ook in de periode daarna. “Nieuwmelkte koeien blijven we een tijdje volgen. Zien we iets een afwijking in de temperatuur, dan zijn we alert. Eerder hadden we nog wel eens een downer, nu eigenlijk nooit meer omdat we problemen voor zijn”, vertelt Andries.

Meer dan activiteitsmeting
De melkveehouders kwamen in eerste instantie uit bij smaXtec, omdat ze op zoek waren naar een systeem voor activiteitsmeting. Dit om de vruchtbaarheid te verbeteren. “We hadden nog geen activiteitsmeting. We waren aan het rondkijken en hadden links en rechts al over smaXtec gehoord. De gebruiksvriendelijkheid en bedrijfszekerheid spraken ons aan. Je hoeft niet met bijvoorbeeld een bandje om de poot te werken. Een koe kan een bolus niet verliezen en mocht de bolus stuk gaan, dan zorgt smaXtec kosteloos voor een nieuwe. We waren onder de indruk van wat je op basis van bijvoorbeeld de temperatuur allemaal kunt zien. Er is geen systeem dat completer is, stelt Jesse.
Op het juiste moment insemineren
Dankzij smaXtec hebben Andries en Jesse de tochtigheid van de koeien beter in beeld. “Je ziet gewoon alle koeien tochtig. Hebben we ze op 100 dagen nog niet tochtig gezien, dan kunnen we ze tochtig spuiten of laten een spiraal zetten. Met behulp van het systeem dringen we de tussenkalftijd terug. Die was 420 dagen, maar we willen daar 20 tot 30 dagen vanaf halen. Eerder insemineerden we koeien gemiddeld vanaf 80 dagen lactatie. Nu is dat 60 dagen”, aldus Andries. Hij stelt dat verkorten van de tussenkalftijd momenteel veel geld kan opleveren. “Als we door een kortere tussenkalftijd 20 tot 30 melkstiertjes op jaarbasis extra kunnen krijgen en je rekent de extra melkopbrengsten, dan heb je een systeem als smaXtec binnen de kortste keren weer terugverdiend.” Door de goede resultaten bij het melkvee, besloten Andries en Jesse sinds maart dit jaar al met smaXtec te starten bij het jongvee. Vanaf inseminatieleeftijd krijgen de pinken al een bolus in.
Volgens de melkveehouders, die alles gesekst insemineren, is de betere vruchtbaarheid overigens niet alleen te danken aan het beter tochtig zien. Koeien worden ook beter drachtig doordat smaXtec heel nauwkeurig aangeeft wat het beste inseminatiemoment is. “Eerder was ik altijd ’s avonds de tochtige koeien van die dag aan het insemineren. Maar volgens smaXtec moet ik ze de volgende ochtend pas insemineren. Dat doe ik dan ook en ik zie het drachtigheidspercentage toenemen. En het is nog relaxter werken ook”, aldus Andries.
Leren omgaan met de gegevens
Een systeem als smaXtec geeft veel meldingen door. “Elke halve graad temperatuurafwijking wordt geregistreerd. In het begin dacht ik dat het niet goed ging met de koeien, zoveel meldingen kregen we. Maar je moet ze leren interpreteren en daar worden we goed mee geholpen. Het is niet alleen een stuk techniek, maar ook goede begeleiding en ondersteuning. Er is veel informatie, maar je moet goed weten welke gegevens je eruit wilt pakken om goed te kijken wat er aan de hand is”, stelt Jesse.
“Zo hebben we een koe die uit de drinkbak lepelt. Dat moet je maar net weten. Het systeem denkt dan dat de koe niet voldoende drinkt, want die ziet geen acute ondertemperatuur. Ook hadden we in de oudste groep pinken er een stuk of zeven die niet voldoende dronken. Toen bleek dat er in de waterbak gescheten was. En toen we een keer wat later waren met voeren van het jongvee, kregen we acuut meldingen van herkauwproblemen. Het systeem ziet alles en houdt je scherp. Is er een koe kreupel, dan ziet het systeem dat eerder dan jijzelf.” Andries vult aan: “We beperken de faalmomenten en dat geeft extra rendement.Je hoeft niet 24/7 in de stal te zijn en ziet toch alles. We zochten een activiteitsmeting, maar hier zit alles in. Het ontzorgt echt, het geeft veel meer rust.”
Het bedrijf van de familie Wijbenga

In het Friese Hantumhuizen runnen Andries en Jesse Wijbenga een modern melkveebedrijf met circa 300 melkkoeien en 150 tot 180 stuks jongvee. Sinds het jaar 2000 is het bedrijf gevestigd op de huidige locatie. Daarvoor zat het bedrijf 5 kilometer verderop. Andries startte op de huidige locatie met 130 koeien en 90 hectare, door de jaren heen is het bedrijf gegroeid naar de huidige omvang.
In 2015 namen de familie Wijbenga de huidige 0-6-0 stal, die voldoet aan de normering voor de Maatlat Duurzame Veehouderij, in gebruik. Hierin worden zowel de melkkoeien gehuisvest als het jongvee vanaf drie maanden voor afkalven. Het overige jongvee staat in de oude ligboxenstal. Er wordt driemaal daags gemolken in een 2×30 stands swing-over melkstal van Dairymaster met rapid exit. Het werk wordt door vader en zoon samen met twee vaste krachten van ieder 20 uur in de week rondgezet. Voor de melkbeurten kunnen zij rekenen op de hulp van, veelal jeugdige, krachten uit de omgeving.
Productie, grond en voeding
De veestapel produceert gemiddeld zo’n 12.000 kilogram melk per koe per jaar, met 4,0 procent vet en 3,60 procent eiwit. Het bedrijf beschikt over 180 hectare grond, met grasland en mais. Een deel van de oppervlakte wordt verhuurd aan akkerbouwers, in combinatie met mestafzet.
Het rantsoen van de melkgevende koeien bestaat uit graskuil, snijmais, bierbostel, raapschroot, sodagrain, bietenpulp en mineralen. In de melkstal wordt dit aangevuld met productiebrok.
In de fokkerij streven Andries en Jesse naar zelfredzame, duurzame koeien die lang meegaan. In het kantoor hangen de portretten van talrijke 100.000-literkoeien. “De oudste is van 2008 en die is opnieuw drachtig,” vertelt Andries trots.
Voor hem is levensduur een belangrijke pijler in de bedrijfsvoering. “Als je 100 koeien een jaar ouder kunt laten worden, scheelt dat 5 à 6 pinken in de opfok. Reken 2.000 euro per stuk, dan weet je wat dat oplevert.”
Met het inzetten van moderne hulpmiddelen zoals smaXtec, waarmee de gezondheid en vruchtbaarheid van de koeien nauwkeurig wordt gevolgd, combineren Andries en Jesse hun streven naar duurzame, langlevende koeien met slimme technologie.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Gerben Hofman en familie Wijbenga
