Voor melkveehouder Jordy Woestenenk uit het Gelderse Laren is de droogstand een belangrijke periode, net als dat koeien vlot en gemakkelijk afkalven. Voor een optimale voorbereiding hierop nam maatschap Woestenenk-Bouwman in 2023 een nieuwe potstal voor de droogstaande koeien in gebruik. Deze manier van werken zorgt volgens de melkveehouder voor rust in het koppel, weinig extra werk en mest van goede kwaliteit. Daarnaast werkt de maatschap met driewegkruisingen die erom bekend staan gemakkelijk af te kalven.
Het idee voor de stal in Laren komt uit Portugal, waar melkveehouder Jordy Woestenenk na zijn opleiding een half jaar heeft gewerkt. “Een grote afkalfstal is daar gebruikelijk”, vertelt hij. “Op de locatie waar ik werkte, liepen dertig tot veertig droogstaande koeien in de stal. Iedere ochtend was het kalveren rapen. Het afkalven verliep heel rustig en zonder problemen. Die rust in combinatie met het arbeidsgemak, dat wilden wij thuis ook.” Daar kwam bij dat de melkveehouder en zijn ouders, met wie hij in de maatschap zit, al langere tijd iets wilden vernieuwen op het bedrijf. Woestenenk vertelt: “Je weet niet hoe de vergunningverlening er over tien jaar uitziet. Daarom besloten we de stap te zetten, toen de kans zich voordeed. Achteraf is dat een goede keuze geweest, aangezien het krijgen van een bouwvergunning er de afgelopen tijd niet makkelijker op is geworden.”

Rust in de stal
Op het melkveebedrijf in Laren werd een nieuwe stal gebouwd, bestaande uit een ruime potstal op stro van ruim 350 vierkante meter, vergelijkbaar met een vrijloopstal. Achter het voerhek ligt een 3,5 meter brede rubberen vloer, waarbij een mestschuif de mest verwijdert. “Anders stapelt de mest daar op”, licht de melkveehouder toe. De nieuwe stal heeft volgens de melkveehouder vooral rust in de droogstand gebracht. Ook tijdens de rondgang blijkt dat de droogstaande koeien er rustig bij staan. Tijdens het bezoek staan er vijftien koeien droog. Soms ook wel eens 25. Eén van de koeien begint met afkalven. De andere dames doen ongestoord hun ding. “Eigenlijk gaat het afkalven altijd vanzelf”, vertelt de melkveehouder tevreden. “Voorheen kon het nog wel eens voor onrust in het koppel zorgen, wanneer een koe afkalfde in het koppel op de roosters. Nu verloopt het afkalven eigenlijk heel rustig.” Zo ook de ochtend voorafgaand aan het bezoek. “Tijdens de eerste ronde door de stal liggen de droogstaande koeien vaak nog languit te slapen in het stro. Het was ons vanochtend dan ook niet direct opgevallen dat er een kalf tussen de koeien lag te slapen, die afgelopen nacht geboren was. De koeien lieten niets merken.”

Mest van goede kwaliteit
Daarnaast geeft deze stal mooie mest terug. “Meestal zetten we de mest in op ons bouwland. De mais staat er dit jaar super bij. Twee jaar geleden hebben we de mest uit de potstal eens moeten laten afvoeren. Uit metingen bleek dat het stikstofgehalte hiervan op 7,3 procent lag, wat vrij hoog is.” Daarnaast brengt een mestschuif achter het voerhek de vaste mest naar een put aan de zijkant van de stal. Dagelijks brengt de melkveehouder dit met een shovel naar de mesthoop, of gooit het in de mestput.
Driewegkruisingen
Een vlot verloop van het afkalven heeft waarschijnlijk ook te maken met het feit dat Woestenenk ruim zes jaar geleden is gestart met driewegkruisingen in samenwerking met Bayern Genetik. “Ook dit heb ik meegenomen uit Portugal”, vertelt Woestenenk. “Het bedrijf waar ik werkte was van een Nederlander, die van Holsteins was overgegaan op Fleckviehs. Hierdoor liep het allemaal veel beter. Aangezien vruchtbaarheid op dat moment voor ons een uitdaging was, zijn wij hier ook mee begonnen.” Inmiddels is ruim tachtig procent van het koppel ingekruist met Fleckvieh. Daarna gaat er een Brown Swiss op. Een groep van drie tot vier vaste stieren per ras, met kwaliteiten die de melkveehouder belangrijk vindt, zoals een goede vruchtbaarheid, wordt hiervoor ingezet. “Binnenkort gaan we voor vijftig procent over op Fleckvieh en vijftig procent op Holstein-Friesian, dus laten we het inkruisen met Brown Swiss achterwege. Je kunt zien dat als je een Fleckvieh op een Holstein zet, je veel bredere koeien krijgt. Na inkruisen van Brown Swiss worden ze vaak alweer wat smaller en groter. Maar wij zien graag robuuste koeien.”

De gezondheidsvoordelen zijn volgens de melkveehouder duidelijk: een betere vruchtbaarheid, de dieren kunnen tegen een stootje, het afkalven verloopt vlotter en uiergezondheid is verbeterd. Daar komt bij dat de stierkalveren op dit moment redelijk geld opbrengen. “Ook hebben de dieren een nieuwsgierig karakter, wat het leuk maakt om mee te werken.” De afgelopen zes jaar is er nog geen één volwassen Fleckvieh-inkruising afgevoerd van dit bedrijf.
In het eerste jaar van de lactatie hebben de kruislingen wel wat meer tijd nodig om op te starten, maar al met al ligt de gemiddelde melkproductie op dit bedrijf op 9.500 kilogram met 4,80 procent vet en 3,70 procent eiwit.
Langere levensduur
Met een nieuwe stal voor de droogstaande koeien, waarbij koecomfort hoog in het vaandel staat, en het fokken van een robuuste veestapel is er een rode draad zichtbaar op dit bedrijf: levensduur. “We streven naar een koppel dat oud wordt. De kruislingen lopen langer door. Ze kunnen tegen een stootje. Daarnaast focussen we tegenwoordig bewust op een goede droogstand, want uiteindelijk is dat de belangrijkste periode van een koe. Dan moet het gebeuren, zodat je vervolgens een goede lactatie kunt krijgen.”
Tekst: Kim Sjoers
Beeld: Kim Sjoers en Jordy Woestenenk
