De zestien melkveehouders van het project Koeien & Kansen hebben tussen 2020 en 2023 wederom stappen gezet richting een duurzamere bedrijfsvoering. Dat blijkt uit de nieuwste rapportage van Wageningen University & Research. Op veel fronten is vooruitgang geboekt, zoals het terugdringen van stikstofverliezen, broeikasgassen en ammoniak. Maar de resultaten laten ook zien, dat het lastig blijft om op álle duurzaamheidsindicatoren tegelijk te scoren.
Uit het rapport ‘Integrale milieuanalyse Koeien & Kansen-bedrijven 2020-2023’ blijkt dat de deelnemende bedrijven op veel vlakken vooruitgang hebben geboekt. Zo daalde het stikstofbodemoverschot met gemiddeld 18%, de ammoniakemissie per hectare met 11% en de broeikasgasemissie eveneens met 11%. Het ruw eiwitgehalte in het rantsoen, een belangrijke indicator voor stikstofefficiëntie, daalde met 4 procent. Op het gebied van methaanemissie uit pensfermentatie is echter gemiddeld geen vooruitgang geboekt. Het aandeel eiwit van eigen land (en uit de buurt) daalde licht, van 68 naar 66 procent.
Niet elk doel tegelijk haalbaar
Gemiddeld haalden de Koeien & Kansen-bedrijven in 2023 46% van de zeven milieudoelen. Drie bedrijven, 20% van de groep, wisten zelfs vijf doelen tegelijk te realiseren. Deze bedrijven bevinden zich op zand- of kleigrond, hebben een relatief groot aandeel bouwland naast gras en mais, en gebruiken minder drijfmest. Ze voeren daarnaast krachtvoer en bijproducten met veel energie en een lager RE-gehalte, en kopen gericht producten aan met lage methaan- en CO₂-emissie
Uit de analyse blijkt verder dat sommige doelen vaak hand in hand gaan. Zo worden stikstofbodemoverschot en ammoniakemissie vaak samen gehaald, vooral bij bedrijven die minder bemesten en verliezen beperken door weidegang of zomerstalvoedering. Ook doelen voor methaanuitstoot en broeikasgassen worden vaak tegelijk behaald, zeker op bedrijven met een hoge melkproductie per kg droge stof, inzet van Jersey-koeien of een rantsoen met veel maïs en bijproducten.
Grote verschillen
De verschillen tussen de bedrijven zijn groot. Slechts 44% van de bedrijven haalde het RE-doel in 2023, terwijl 63% het stikstofbodemoverschot wist te beperken. Het ammoniakdoel werd ook door 44% gehaald, en het doel voor eiwit van eigen land door 38%. Voor methaan per kg meetmelk ligt het aandeel succesvolle bedrijven op 63%, maar de doelstelling uitgedrukt per kg droge stof werd door geen bedrijf gehaald. 69% van de deelnemende bedrijven realiseerde het doel voor broeikasgasemissie.
Belemmering en kansen
De analyse laat zien dat het realiseren van alle doelen tegelijk complex is. Oorzaken zijn onder andere weersomstandigheden, onduidelijkheid over de effectiviteit van maatregelen (zoals bij methaanreductie), kosten van investeringen, beperkingen door regelgeving of verwerkers, en fysieke kenmerken van het bedrijf of de regio, zoals veengrond of beperkte mogelijkheden voor verschillen gewasteelten.
Veranderingen die tijd en geld kosten
De best presterende bedrijven combineren managementmaatregelen als efficiënter voeren, lagere bemesting, een ander bouwplan en strategische aankoop van emissiearme producten. Deze maatregelen leveren aantoonbaar milieuwinst op. Tegelijkertijd is duidelijk dat optimalisatie alleen niet altijd voldoende is. Verdere stappen vragen soms om systeemveranderingen of investeringen in bijvoorbeeld emissiearme stallen of extensivering.
Bron: Verantwoorde Veehouderij