De minister van LVVN moet binnen twee weken adressen van alle veehouders in Nederland openbaar maken, inclusief dieraantallen en staltypen. Die uitspraak deed de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State vanochtend, 24 september 2025. In het vonnis geeft de rechter aan er begrip voor te hebben dat boeren grote zorgen hebben over hun veiligheid. Maar de rechter oordeelt dat het recht op toegang tot publieke informatie moet prevaleren.
LTO-voorzitter Ger Koopmans: “Uiteraard respecteren wij een uitspraak van de hoogste rechter. En accepteren we dat de minister deze gegevens nu op korte termijn moet publiceren. Maar ik zal niet ontkennen dat het een klap in het gezicht is van onze agrariërs. Boven alles laat het zien dat de Woo-wetgeving herzien moet worden. In een vergelijkbare rechtszaak heeft de bestuursrechter in België dit jaar nog uitgesproken dat het recht op privacy van boerengezinnen wél zwaarder moet wegen.”
Bedreiging en intimidatie
Koopmans vervolgt: “We horen van onze leden en weten uit ledenonderzoek dat openbaarmaking van gegevens die de persoonlijke levenssfeer raken – zoals woonadressen van boerengezinnen – leiden tot een toename van incidenten: treiterijen, laster, bedreiging, intimidatie of erger.”
Dat argument was de hoofdreden waarom LTO tegenstander is van openbaarmaking van de informatie die in deze rechtszaak aan de orde is. En het is de reden waarom LTO – samen met POV en Vee & Logistiek Nederland – pleiten voor aanpassing van de Woo. Daarin staan we niet alleen. Zelfs de Autoriteit Persoonsgegevens heeft zich kritisch uitgelaten over de wijze waarop binnen de Woo persoonsgegevens worden verstrekt die door de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) worden beschermd.
Aanpassen Woo
De bestuursrechter toetst een beroep op basis van het bestaande juridische kader. In deze toetsing is de rechter tot het oordeel gekomen dat de Woo geen ruimte biedt om prioriteit te geven aan bescherming van de persoonlijke levenssfeer van boeren en op grond daarvan tot een uitzonderingsgrond te komen. Tegelijkertijd zien we dat in vergelijkbare rechtszaken in andere Europese lidstaten bestuursrechters wel tot een andere afweging kunnen komen.
Eerder dit jaar nog kwam de bestuursrechter in België in de afweging tussen het recht op openbaarmaking en het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer tot het oordeel: “De beroepsinstantie ziet geen enkel hoger belang ten dienste waarvan de openbaarmaking zou moeten worden bevolen. […] heeft in casus terecht een beroep gedaan op deze ingeroepen uitzonderingsgrond, in die mate dat het gaat om een landbouwer als natuurlijke persoon.”
Koopmans: “Deze uitspraak herbevestigt ons in onze overtuiging dat de Woo aangepast moet worden. De wet moet in lijn worden gebracht met de AVG en met jurisprudentie die in andere Europese lidstaten tot stand komt. Daartoe roepen we de Tweede Kamer en de regering op. We gaan de uitspraak nu eerst zorgvuldig bestuderen. En bepalen op basis daarvan welke vervolgstappen we daarna zetten.”
Bron: LTO